Chinezen worden rijker, maar rijke Chinezen sneller
De welvaart van Chinese huishoudens is de afgelopen jaren toegenomen. Maar de inkomensongelijkheid ook.
Eén procent van alle Chinezen is eigenaar van een derde van alle bezittingen. En de armste 25 procent bezit slechts één procent van de totale rijkdom. Dat blijkt uit een rapport van de universiteit van Beijing. Voor het onderzoek werden 40.000 Chinezen in 15.000 gezinnen ondervraagd,
Een gemiddeld huishouden had in 2012 bezittingen met een waarde van 439.000 yuan (52.700 euro). Dat is 17 procent meer dan in 2010. Onroerend goed is doorgaans het belangrijkste bezit, goed voor driekwart van het gezinskapitaal.
Groeiende ongelijkheid
Het rapport constateert een toenemende ongelijkheid van hoe de welvaartsgroei wordt verdeeld. Doorgaans is de plattelandsbevolking aanzienlijk armer dan de stadsbewoners. Door de urbanisatie zou de welvaartsverdeling in China juist gelijker moeten worden. Blijkbaar komt de economische groei buitenproportioneel bij een kleine groep Chinezen terecht.
Overigens is de inkomensverdeling in China niet schever dan in de rest van de wereld. Volgens een wereldwijd onderzoek van Credit Suisse uit 2013 bezit de rijkste één procent van de wereldbevolking ongeveer 46 procent van alle welvaart. Dat verschil komt vooral tussen het enorme verschil in welvaart tussen ontwikkelde en onontwikkelde landen.
Gerelateerde onderwerpen:
Partij op zoek naar verborgen rijkdom van ledenInkomensongelijkheid China is toegenomen
Chinese inkomens 61 keer zo hoog in 35 jaar