Een op vier ouderen leeft in armoede
Een op de drie Chinese ouderen heeft gezondheidsproblemen en een kwart kan de touwtjes financieel niet aan elkaar knopen. Dat blijkt uit een nationaal onderzoek onder Chinezen van 45 jaar en ouder.
China's bevolking vergrijst en vanwege de eenkindpolitiek snel ook. Maar een goed beeld van het leven van senioren hadden beleidsmakers nog niet. Op typisch Chinese manier is daar nu verandering in gekomen: 17.708 Chinezen boven de 45 jaar door het hele land (behalve Tibet) zijn thuis ondervraagd en opgemeten. Onderzoekers registreerden onder meer sociodemografische gegevens, lengte, gewicht, buikomvang, bloeddruk, namen een bloedmonster af en lieten respondenten een loop- en evenwichtstest doen. De bedoeling is dat het onderzoek iedere twee jaar wordt herhaald.
Zo'n 54 procent blijkt hoge bloeddruk te hebben; bij een meerderheid daarvan was die diagnose nog niet eerder gesteld. Twee op de vijf ouderen heeft moeite dagelijkse basisactiviteiten te volbrengen. Vrouwen zijn er doorgaans slechter aan toe dan mannen. Ze scoren op alle onderzochte parameters slechter.
Psychische nood
Opvallend is ook het grote aantal psychische problemen. Bijna de helft van alle vrouwen (48 procent) en een op de drie mannen (32 procent) vertoont klachten als slapeloosheid en angsten. De onderzoekers constateren dat ongeveer 40 procent van alle ouderen depressieve symptomen heeft. Dat zou betekenen dat 74 miljoen Chinese ouderen depressieve klachten hebben.
Bijna een kwart (23 procent) leeft onder de officiële armoedegrens van 2.433 yuan per jaar (2.900 euro); dat zijn 42,4 miljoen ouderen.
Bijna alle ouderen hebben een vorm van ziektekostenverzekering, maar 39 procent geeft aan dat die niet alle gemaakte kosten dekt.