Kernbom-veteranen zoeken compensatie
Militaire veteranen die werden ingezet bij nucleaire proeven in China, willen meer geld van de overheid. Velen lijden aan ziektes en ook hun kinderen zijn onverklaarbaar vaak ziek.
In het grootste geheim werkten ze in Lop Nur, een drooggevallen zoutmeer in de woestijn van Xinjiang. Hier ontwikkelde China zijn eigen kernwapens. Voor het werk op de basis zijn in de loop der tijd meer dan 100.000 veteranen ingezet.
Ze staan op vijf kilometer afstand te kijken naar in totaal 44 kernproeven, waarvan de eerste 22 bovengronds. Maar ze werken ook in het deel van de woestijn waar de bommen tot ontploffing zijn gebracht, gekleed in hun gewone uniform en alleen een mondkapje ter bescherming. Aanvankelijk zijn ze trots op hun werk; pas later komen de vragen over straling.
Ontoereikende toelage
Global Times publiceert deze week een uitgebreid artikel over de atoomveteranen. Veel van hen zijn overleden, maar onder de ouderen komen veel ziektes voor, zoals kanker en huidaandoeningen. Ook hun kinderen zijn bovengemiddeld vaak ziek. Van een groep van 200 veteranen hebben er 8 een kind met leukemie. Normaal komt leukemie bij een op de 100.000 Chinezen voor.
Hoewel een direct verband tussen hun werk en de gezondheidsklachten niet kan worden aangetoond, geeft de Chinese overheid hen vanaf 2009 een toelage. Die bedraagt, afhankelijk van de provincie, 40 tot 100 yuan (1 tot 12 euro) per maand.
Dat is onvoldoende voor langdurige medische zorg. Sommigen moeten hun huis verkopen om te kunnen worden behandeld. Drie voormalige wetenschappers van het Volksbevrijdingsleger willen dat de overheid de veteranen eenmalig 100.000 yuan schadevergoeding betaalt.
Een Engelse vertaling van het artikel vind je hier.
Gerelateerde onderwerpen:
Militaire parade markeert herdenking einde WO IIOp Twitter was de Derde Wereldoorlog uitgebroken
'China bouwt kernwapenarsenaal uit'