'Persvrijheid in China is erbarmelijk'

De situatie betreffende persvrijheid en vrijheid van meningsuiting in China is 'erbarmelijk'. Dat staat in het jaarrapport van de International Federation of Journalists dat zondag verscheen. Volgens IFJ nemen niet alleen repressieve overheidsmaatregelen toe, maar ervaren journalisten in toenemende mate druk vanuit het zakenleven.

IFJ baseert zijn conclusie door een aantal bekende feiten op een rij te zetten: nieuwe regels van het staatsbureau voor pers, radio, film en tv betreffende voorafgaande toestemming van hun leidinggevende om kritische artikelen te publiceren, een verbod voor journalisten om nieuws op hun eigen blog of sociale media te publiceren, een verplichte cursus marxistische journalistiek en het toepassen van druk, intimidatie, geweld en rechtsmaatregelen tegen journalisten.

Zelfcensuur

De IFJ benadrukt dat ook buitenlandse journalisten en hun medewerkers druk, tegenwerking en soms fysiek geweld ervaren bij hun werk in China. Media in Hong Kong en Macau gaan over tot zelfcensuur om problemen met autoriteiten en adverteerders te voorkomen. Het IFJ noteerde verschillende gevallen waarin is geprobeerd de berichtgeving over de paraplu-opstand te beïnvloeden.

Volgens de belangenorganisatie zijn er in 2014 tenminste twintig Chinese journalisten vanwege hun werk gedetineerd en/of veroordeeld. Het IFJ is een non-gouvermentele organisatie met het hoofdkwartier in Brussel, waarin meer dan honderd nationale journalistenbonden zijn verenigd. Het is de zevende keer dat de organisatie een jaarrapport over persvrijheid in China publiceert.

Meer lezen over het jaarrapport 'China's Media War' kan op de site van IFJ.