Leger kan niet zonder steun voor katoenindustrie
Een afdeling van het Volksbevrijdingsleger die zich bezighoudt met de productie van katoen, verzet zich tegen het plan van de centrale overheid voor meer marktwerking. De zwaar gesubsidieerde katoenproductie vindt grotendeels plaats in Xinjiang; afschaffing van staatssteun kan leiden tot massaal banenverlies in de onrustige regio.
Minder overheid, meer marktwerking. Bij het Xinjiang Productie en Constructie Korps weten ze er alles van. Deze afdeling van het leger, ook wel Bingtuan genoemd, is zestig jaar geleden opgericht om economische activiteiten in de autonome regio Xinjiang te ontwikkelen.
Een belangrijke activiteit is de katoenteelt; Bingtuan produceert 30 procent van alle katoen en is daarmee de grootste producent van China. Tot nu toe stelt de organisatie zelf zijn prijs vast, verkoopt zijn totale oogst aan de overheid, die de voorraden vervolgens tegen marktprijzen veilt.
Onbetaalbaar
Omdat de katoenprijzen op de wereldmarkt dalen, is de opslag die Bingtuan aan de overheid rekent gestegen tot 500 yuan per ton, meldt Reuters. Dat zou betekenen dat de Chinese staat het katoenbedrijf van het leger het afgelopen jaar met 880 miljoen yuan (meer dan 120 miljoen euro) subsidieert.
De Nationale Ontwikkelings en Hervormings Commissie, het belangrijkste planningsorgaan van de Chinese overheid, wil daarom van de gedwongen winkelnering af en heeft in januari bekendgemaakt dat Bingtuan voortaan direct aan de afnemers moet gaan leveren tegen marktprijzen.
Buitenlandse producenten spinnen garen
Bingtuan verzet zich tegen deze maatregel, meldt Reuters, en houdt een deel van zijn voorraad in opslag totdat de overheid de maatregel intrekt. Van de oogst van vorig jaar van 1,76 miljoen ton is pas 400.000 ton verkocht.
Ondanks dat daarmee de totale aanvoer van katoen met bijna een kwart is gedaald, heeft dat geen stuwend effect op de prijs; die staat op het laagste punt in de afgelopen vijf jaar. Buitenlandse producenten vangen het tekort op.
Omstreden
Bingtuan is omstreden in Xinjiang. Voor de katoenteelt wordt de beste landbouwgrond gebruikt, maar de lokale Oeigoeren profiteren nauwelijks van de werkgelegenheid. Er werken honderdduizenden mensen in de katoenteelt, maar Bingtuan huurt het liefst Han-Chinezen in die Mandarijn spreken. Er zijn in Xinjiang veel onderhuidse spanningen tussen de oorspronkelijke bewoners en naar het gebied gemigreerde Han-Chinezen, die soms tot gewelddadige uitbarstingen leiden.
China's Xinjiangbeleid leunt zwaar op economische ontwikkeling; de overheid denkt dat spanningen verdwijnen naarmate de vooruitzichten van de bewoners verbeteren. Ook moet werk het draagvlak voor extremisme en separatisme wegnemen. China investeert momenteel miljarden in infrastructuur en de kledingindustrie met als doel in 2023 één miljoen nieuwe banen in Xinjiang te creëren. De vrees is dat veel Han-Chinezen die banen zullen gaan vervullen, als Bingtuan moet saneren.
Gerelateerde onderwerpen:
Proces tegen criticaster van Xinjiang-beleid'Bloedbad Xinjiang was neergeslagen demonstratie'
Vijf vragen over geweld in Xinjiang