China laat defensiebegroting 10 procent stijgen

De Chinese strijdkrachten kunnen dit jaar over ongeveer 890 miljard yuan beschikken (een kleine 125 miljard euro). Daartoe zal donderdag het Nationale Volkscongres besluiten. Het cijfer werd echter op een persconferentie aan de vooravond van de jaarlijkse zitting van het parlement al bekendgemaakt.

China matigt daarmee de groei van de defensiebegroting tot 10 procent. Vorig jaar bedroeg die groei nog 12,2 procent. Meer geld is nodig om het leger te moderniseren. "Om u de waarheid te zeggen; er is nog een groot gat tussen China's leger en dat van andere landen als het gaat om militaire uitrusting", aldus congreswoordvoerder Fu Ying. "De weg van modernisering van de krijgsmacht is een lastige."

Hoog of laag

Zij benadrukte dat China's defensiebegroting nog altijd maar een kwart bedraagt van die van de VS, dat een land als Japan per hoofd van de bevolking 20 procent meer aan het leger uitgeeft en dat China maar 1,5 procent van het bruto nationaal product in het leger pompt tegen gemiddeld 2,6 procent in de rest van de wereld.

De Amerikaanse overheid beweerde vorig jaar dat het Chinese leger veel meer geld uitgeeft dan uit de begroting blijkt, omdat veel kosten verborgen zitten in het budget van andere ministeries. Ook stijgen de Chinese uitgaven aan zijn strijdkrachten sneller dan die van andere landen in de regio, zoals India (+7,9 procent).

Nieuwe wapens

Defensie-analisten denken dat extra geld nodig is voor de ontwikkeling en bouw van moderne stealth straaljagers, onderzeeërs en vliegdekschepen. Ook inspanningen op het gebied van cyber warfare, oorlogsvoering via het internet, vragen meer geld.

China zelf zegt dat extra geld ook zal worden gebruikt voor vredesmissies en humanitaire acties van het leger in het buitenland. China is een trouwe leverancier van mensen aan materieel voor internationale missies. Van de 18 VN-vredesmissies op dit moment, participeert China er in 10.

UPDATE - Het exacte groeicijfer van de Chinese defensiebegroting blijkt 10,1 procent te zijn. Dat werd op de eerste dag van het Nationale Volkscongres ebkendgemaakt.