'China moet Boeddhabeeld in Nederland opeisen'

De federatie van Chinese maatschappelijke organisaties in Hongarije wil dat hun overheid zich sterk maakt voor de terugkeer van een boeddhabeeld. De organisatie heeft brieven met die oproep geschreven aan het Chinese ministerie van buitenlandse zaken, het kabinet en de provincie Fujian.

Volgens de opstellers moet de Chinese overheid het beeld opeisen bij de anonieme Nederlandse verzamelaar die in het bezit is van een beeld waarvan in China wordt verondersteld dat het in 1995 in Yangchung uit een tempel werd gestolen. De groep schreef eerder een brief aan premier Mark Rutte en een tiental leden demonstreerden maandag bij de Nederlandse ambassade in Boedapest. Daarbij werd aan ambassadeur Elzo Molenberg een petitie overhandigd.

Roofkunst

Dat uitgerekend Chinezen in Hongarije zich zo druk maken over het beeld, heeft te maken met het feit dat de gouden Boeddha tot eind maart aan het Hongaars Natuurhistorisch Museum was te zien. Het beeld was door de verzamelaar uitgeleend, maar werd naar Nederland teruggehaald toen Chinese journalisten bij het museum navraag deden naar de herkomst.

Autoriteiten in Fujian zijn ervan overtuigd dat het beeld in 1995 in Yangchun is gestolen. De overheid heeft de Nederlandse regering gevraagd het beeld in beslag te nemen en aan China terug te geven. Volgens de eigenaar kan het nooit om het beeld gaan dat uit een tempel in Yangchun werd weggenomen, omdat het zich al in Nederland bevond voordat de diefstal plaatsvond. Chinese staatsmedia hebben de afgelopen maand regelmatig aandacht besteed aan de 'geroofde' Boeddha.

Teruggave, mits...

De Nederlandse eigenaar heeft laten weten dat hij bereid is het beeld te retourneren aan de tempel in Yangchun, als blijkt dat hij het gestolen beeld in zijn bezit heeft. Hij is echter niet van plan het beeld aan de Chinese regering over te dragen.