Oudste deel Chinese Muur wordt gerestaureerd
De provincie Shandong heeft geld vrijgemaakt voor onderhoud van meer dan 600 kilometer van de Chinese Muur. Ook moet het landschap rondom het erfgoed worden opgeknapt.
De oostelijke provincie Shandong heeft ingestemd met een plan om de overblijfselen van 620 kilometer muur en bijbehorende wacht- en seintorens te conserveren. Daartoe is het ook noodzakelijk om struiken en bomen te snoeien of te kappen.
Het gaat om het oudste deel van de Chinese Muur, die uit de periode 770 tot 476 voor Christus stamt. Het gebied dat nu China omvat bestond toen uit verschillende rijken. De Qi begonnen als eerste aan een beschermingsmuur tegen invallen van nomadenvolkeren uit het noorden. Zij bouwden uiteindelijk een muur van aangestampte aarde die van de Golf van Bohai tot Changqing loopt.
Toeristische magneet
Later is de Chinese Muur uitgebreid tot een defensielijn van bijna 9.000 kilometer. In 1987 is de muur door de Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed. Herstelde delen van de muur en herbouwde forten zijn in China belangrijke toeristische attracties. Op de kop van de muur, bij de Golf van Bohai, is het fort Shanhaiguan (drakenkop) herbouwd en trekt sindsdien honderdduizenden bezoekers (foto).
De lemen gedeeltes van de muur zijn kwetsbaar voor erosie. Naar schatting een derde van de muur is door natuurlijk verval deels of gedeeltelijk verdwenen. Bovendien hebben veel streekbewoners in de loop der tijd stenen uit de torens als bouwmateriaal gebruikt en zijn doorbraken gemaakt. Volgens een stichting die zich sterk maakt voor behoud, is maar 8 procent van de muur in goede conditie.