Help, de Chinese bedrijven komen
China wil in 2049 de leidende industrienatie in de wereld zijn. Of u nu met de Volksrepubliek handel drijft of niet; u krijgt meer met concurrentie uit China te maken dan ooit tevoren, schrijft Blogaap in Globe.
In de afgelopen 35 jaar heeft zich in China een economisch wonder voltrokken. Tegenwoordig komt 20 procent van alle industriële productie in de wereld hier vandaan. Van 220 van 500 productiesectoren is China het belangrijkste herkomstland.
Extreem winstgevende Chinese bedrijven zijn op dit moment dienstverleners, zoals banken, telecombedrijven en internetgiganten. China’s industrieën daarentegen zijn vooral groot. Hun imago in het buitenland is matig tot slecht. Voor velen is Made in China synoniem aan goedkoop en matige kwaliteit.
Het is de overheid ook opgevallen dat Chinese fabrieken goed genoeg zijn om de producten te maken die afnemers over de hele wereld willen hebben, maar dat diezelfde afnemers hun neus ophalen voor producten met een Chinees label.
En ondanks een fenomenaal handelsoverschot, balen Chinese leiders dat ze voor veel hightech producten, zoals machines en zwaar materieel van het buitenland afhankelijk zijn. Zoals een hoge Chinese ambtenaar ooit zei: “We moeten een hoop overhemden naaien om een vliegtuig te kunnen kopen.”
Concurrentiekracht
Maar er is meer dan alleen ongemakkelijkheid van China’s leiders. Niet alleen stijgen de lonen, ook de toegenomen weerstand tegen milieuverontreiniging vertaalt zich in hogere productiekosten. Daarnaast is de yuan (of de renminbi, zoals die officieel heet) na jaren kunstmatig laag te zijn gehouden de laatste tijd flink in waarde gestegen ten opzichte van dollar en euro.
Het is niet voor niets dat Chinese bedrijven tegenwoordig zelf hun productie outsourcen, naar bijvoorbeeld Noord-Korea, Birma en Vietnam. Het wordt de middle income trap genoemd; naarmate meer mensen profiteren van de economische groei, dreigen opkomende economieën zichzelf uit de markt te prijzen.
Dan hebben we nog wat economen het Lewis Turning Point noemen. Als de arbeidsmarkt krapper wordt, stijgen de lonen verder. China staat aan de vooravond van een krappere arbeidsmarkt; door vergrijzing, maar ook doordat de arbeidsreserve op het platteland opdroogt. Er moeten tenslotte nog wel een paar boeren overblijven om de honderden miljoenen in de grote stad te voeden.
Kortom, China staat voor een interessante uitdaging om de economische motor aan de praat te houden.
Masterplan
In mei presenteerde het Chinese kabinet een masterplan om industrielanden als Duitsland, Japan en de VS naar de kroon te steken. In 2049, als de Volksrepubliek honderd jaar bestaat, moet China niet alleen in kwantiteit, maar ook in kwaliteit ‘s werelds belangrijkste industrienatie zijn.
De eerste fase van het plan is het meest concreet. Door middel van productiviteitsverhoging en kostenbesparingen moeten Chinese bedrijven een inhaalslag maken ten opzichte van ontwikkelde economieën. Het tienjarenplan met de naam Made in China 2025 richt zich op verbeteringen door informatisering en automatisering, meer onderzoeksbudget en internationaal uitbouwen van Chinese merken.
Het einddoel is dat China de koplopers in de industrie niet alleen bij-, maar zelfs inhaalt. Er volgen nog twee uitgewerkte plannen die van China de leidende industrienatie moeten maken.
Het kabinet heeft tien sectoren aangewezen die cruciaal zijn voor die doorbraak: ict, nauwkeurige meetinstrumenten en robotica, luchtvaart, scheepvaart, spoorwegen, energiebesparing en elektrische vervoermiddelen, stroomvoorziening, hoogwaardige materialen, medicijnen en medische apparatuur en agrarische productieapparatuur.
Gevolgen
Wat betekent dit voor het Nederlandse bedrijfsleven? Wie al Chinese producten importeert of daar laat produceren, vertel ik niets nieuws. China is steeds duurder geworden. Het loont de moeite naar alternatieven te kijken of productie zelfs terug te halen. De verwachte opkomst van Chinese producenten van hoogwaardige, relatief goedkope producten biedt nieuwe kansen voor wederverkopers en agenten.
Wie al naar China exporteert kan profiteren van aanhoudende economische groei en toenemende consumentenbestedingen. Wie actief is in een van de tien sleutelsectoren, kan kennis en diensten verkopen. Ook zullen Chinese bedrijven in toenemende mate samenwerking zoeken of ondernemingen geheel of gedeeltelijk overnemen om kennis en patenten te verkrijgen.
Maar ook wie momenteel geen zaken doet met China, zal in toenemende mate met Chinese bedrijven moeten concurreren. De opkomst van China als fabriek van de wereld heeft Nederlandse bedrijven weinig pijn gedaan, omdat onze massaproductie al in de jaren ’80 is verdwenen. We hadden tot nu toe wel de lusten, maar niet de lasten van China’s opkomst. Dat gaat veranderen: leveranciers van hoogwaardige producten moeten zich opmaken voor de strijd. Eerst in opkomende economieën als Mexico, Brazilië en Zuid-Afrika, maar al snel ook in het westen. Innovatie, kostenbesparingen, onderscheidende kwaliteit en het beschermen van uw intellectueel eigendom zijn daarbij onontbeerlijk.
Dit artikel verscheen vorige week in Globe, het magazine voor internationaal ondernemen van Fenedex.