IMF: 6,8 procent groei voor Chinese economie

Het IMF is optimistisch over de vooruitzichten van de Chinese economie. Terwijl veel economen denken dat China's bruto nationaal product momenteel nauwelijks meer groeit, denken de rekenmeesters in Bretton Woods daar anders over. Het IMF houdt rekening met een groei van 6,8 procent over heel 2015. Dat is in de buurt van de 'ongeveer 7 procent' die de Chinese overheid voor dit jaar verwacht.

In 2016 zal de groei afnemen tot 6,3 procent, liet het IMF dinsdag weten. Om dat te realiseren is voor de kortere termijn wel een stimuleringspakket nodig: "Bescheiden steunmaatregelen zijn waarschijnlijk nodig om te voorkomen dat de groei niet scherp daalt. Verdere vooruitgang van structurele hervormingen zijn cruciaal om particuliere consumptie aan te laten trekken en zo de terugval van investeringen te compenseren", staat in de World Economic Outlook.

Systeemrisico's

Het IMF noemt stimuleringsmaatregelen een 'balanceeract', omdat China tegelijkertijd systeemrisico's in de economie moet ontmantelen, zoals de schuldenlast van lokale overheden en overcapaciteit. "Er zijn risico's voor een sterkere groeivertraging als het managen van het einde van de investerings- en kredietexplosie in de jaren 2009-2012 moeilijker zijn dan verwacht", schrijft het IMF.

China moet vaart maken met zijn valutabeleid en de koers van de yuan loslaten. "Een zwevende koers vergroot de autonomie voor monetair beleid en helpt de economie zich aan te passen aan externe veranderingen."

Speciale trekkingsrechten

Het IMF beslist in november of de yuan wordt toegelaten tot het mandje valuta's voor de speciale trekkingsrechten. Dit is een wens van China, omdat dit de vraag naar yuans in de wereld stimuleert. Het IMF gooit die deur niet dicht, maar houdt hem wel op een kier: "Recente veranderingen in China's wisselkoerssysteem vormen de basis voor een meer marktgeoriënteerde wisselkoers, maar veel hangt af van de implementatie", schrijft het IMF.

De speciale trekkingsrechten zijn nu alleen op basis van de dollar, de euro, de yen en het Britse pond. Het mandje valuta wordt maar een keer per vijf jaar vastgesteld. Om te worden toegelaten is noodzakelijk dat een munt veel in het internationale handelsverkeer wordt gebruikt, maar ook dat die vrij inwisselbaar is. China heeft de koers van de yuan wel steeds meer in de pas laten lopen met zijn werkelijke waarde, maar de koers wordt nog steeds dagelijks door de Chinese centrale bank vastgesteld.