Sobere herdenking slachting van Nanjing

Voor de tweede keer sinds vorig jaar 13 december als nationale herdenkingsdag is aangewezen, is de zogeheten Slachting van Nanjing herdacht. Duizenden militairen, burgers, overlevenden en nabestaanden waren daarvoor naar het indrukwekkende herdenkingsmuseum in Nanjing gekomen.

Kransen werden gelegd, duiven losgelaten en nadat het luchtalarm had geklonken werd een minuut stilte gehouden. De herdenkinsgrede werd gehouden door Li Jianguo, vice-voorzitter van het permanente comité van het nationaal volkscongres. Hij zei dat China niet herdenkt om in haat te blijven steken, maar om een vreedzame toekomst te bevorderen.

Verzoening

Vorig jaar sprak president Xi Jinping op de herdenking ten overstaan van de hele politieke top. Hij verraste toen met een verzoenende rede ten aanzien van Japan. "We mogen niet een volk haten alleen omdat een kleine minderheid van haviken een invasie en een oorlog heeft ontketend", zei Xi toen. Dit keer ontbraken de hoogste leiders. Wel werd de herdenkingsdienst rechtstreeks op de Chinese televisie uitgezonden.

Op 13 december 1937 werd Nanjing onder de voet gelopen door Japanse troepen. Zes weken lang werd er geplunderd, verkracht en vermoord. Volgens Chinese historici kwamen daarbij 300.000 soldaten en burgers om het leven. Een geallieerd oorlogsgerechtshof houdt het op 142.000 doden. Maar het blijft de bloedigste oorlogsmisdaad van de Tweede Wereldoorlog. In Japan worden de gebeurtenissen van toen door sommige revisionisten gebagatelliseerd, wat tot grote woede in China leidt.