Vijf vragen over de Culturele Revolutie
Op maandag 16 mei is het vijftig jaar geleden dat Mao Zedong de culturele revolutie uitriep. Alles wat je moet weten over de betekenis van deze tumultueuze periode toen en nu, kort en bondig uitgelegd.
We beginnen zeker met een geschiedenislesje?
Inderdaad. Als in 1949 de Volksrepubliek wordt uitgeroepen, is de communistische partij de eerste jaren druk een effectief overheidsapparaat in te stellen en zijn macht te consolideren. In 1958 wordt de Grote Sprong Voorwaarts afgekondigd. Met dit plan wilde Mao in sneltreinvaart China in een moderne, geïndustrialiseerde natie veranderen.
De campagne lijkt in eerste instantie een succes, maar het is allemaal propaganda. In werkelijkheid sterven miljoenen Chinezen door honger en koerst de kersverse republiek op de afgrond af. Er komt kritiek op Mao in de partijtop en hij moet het presidentschap afstaan aan Liu Shaoqi. Mao verlaat Beijing en ogenschijnlijk het centrum van de politiek.
Maar Mao laat het er niet bij zitten. In 1966 wil hij opnieuw de macht naar zich toe trekken. Hij weet dat hij van de partijleiders van dat moment weinig te verwachten heeft en hij komt met een campagne die zich direct tot het volk richt.
Op 16 mei 1966 spreekt Mao voor het eerst over de Grote Proletarische Culturele Revolutie. Hij stelt dat vijandige elementen de overheid en de partij zijn binnengedrongen om de socialistische verworvenheden teniet te doen en het kapitalisme te herstellen. Hij roept op tot tegenactie tegen iedereen die contra-revolutionair is om zo een einde te maken aan achterhaalde ideeën, achterhaalde cultuur, achterhaalde gebruiken en achterhaalde gewoontes.
En dat slaat aan?
In eerste instantie bij studenten, maar ook fabrieksarbeiders en boeren voelen zich aangesproken door de campagne die zich richt tegen iedereen die niet aan het socialistische ideaal van gelijkheid voldoet. De communistische partijtop kan natuurlijk niet tegen dat uitgangspunt zijn en is niet krachtig genoeg om weerwerk te bieden.
In de praktijk komt de bovenlaag van de samenleving onder vuur en niet verwonderlijk politieke tegenstanders van Mao. Zij worden voor heropvoeding naar het platteland gestuurd, onder het mom dat een intellectueel waardevoller is als hij als land- of fabrieksarbeider aan het werk gaat.
Je krijgt Rode Gardes die uitmaken of je goed of fout bent. Dat loopt helemaal uit de hand. Het leven op het platteland is al geen pretje en wie niet meewerkt door zelfkritiek te belijden en beterschap te beloven wordt mishandeld of zelfs gedood. Veel mensen zijn zo radeloos dat zij zelfmoord plegen. De campagne kost naar schatting 1,5 miljoen doden.
Het laat zich raden wat er gebeurt als je miljoenen leraren, managers en ambtenaren van hun werkplek haalt en naar het platteland stuurt. In 1968 verkeert China in zo’n chaos, dat het leger de macht overneemt en de Rode Gardes worden gezuiverd.
Mao wordt daarvoor niet verantwoordelijk gehouden. Hij wordt opnieuw de absolute leider van China en duldt geen enkele tegenspraak. Officieel komt een einde aan de campagne in 1969, maar in de praktijk duurt de heropvoeding van politieke tegenstanders tot de dood van Mao in 1976.
Hoe denkt men in China nu over deze periode?
In 1981 veroordeelt de communistische partij de Culturele Revolutie en noemt het de grootste catastrofe in de historie van de Volksrepubliek. Dat is best opmerkelijk, als je bedenkt dat de Grote Sprong Voorwaarts 18 tot 45 miljoen levens heeft gekost.
China verkeert in een spagaat ten aanzien van Mao’s erfenis. Enerzijds is hij de oprichter van de communistische partij en de grondlegger van de Volksrepubliek en heeft dus een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming van het hedendaagse China. Omdat die nog steeds door één partij wordt geregeerd, is het moeilijk over zijn desastreuze campagnes te spreken.
Anderzijds weten de meeste Chinezen natuurlijk ook wel hoe de vork ongeveer in de steel zit. Tegenwoordig is het officiële standpunt over Mao dat hij 70 procent goede dingen heeft gedaan en 30 procent als mislukking moet worden beschouwd.
Wordt de Culturele Revolutie ook in China herdacht?
Nee, teveel details over deze zwarte periode besmeuren de reputatie van de partij. Dus er is geen plaats voor herdenkingen. Opvallend genoeg waren er dit jaar wel commentaren in het Volksdagblad en Global Times, waarin de Culturele Revolutie een periode die ‘ernstige schade’ heeft veroorzaakt wordt genoemd.
De artikelen roemen echter de vooruitgang die sindsdien onder de leiding van de communistische partij is geboekt en bezweren dat zo’n donkere periode nooit meer opnieuw zal komen. Dat is een verwijzing naar het absolute leiderschap van Mao dat hem in staat stelde desastreuze campagnes door te voeren. Na zijn dood heeft China het collectief leiderschap omarmt; een systeem van checks and balances moet zulke slechte beslissingen voorkomen.
Van president Xi Jinping wordt toch ook wel gezegd dat hij zich tot een absoluut leider ontpopt?
Xi is een krachtige president die in korte tijd zijn macht lijkt te hebben geconsolideerd. Hij heeft organisatorische wijzigingen doorgevoerd, politieke tegenstanders vervangen en heeft op belangrijke beleidsterreinen werkgroepen ingesteld die direct onder zijn gezag vallen.
Hij stopt veel energie in het versterken van de machtsbasis van de partij. Premier Li Keqiang is de man van de economische hervormingen en Xi heeft het zich tot doel gesteld de positie van de partij te verbeteren. Daar hoort het glorieuze deel van het verleden van de partij bij. Hij roept partijleden op de ‘geest van Mao te omarmen’ en eist absolute loyaliteit van alle geledingen in de maatschappij.
Dat maakt hem echter nog geen Maoïst. Zijn familie heeft de ellende van de Culturele Revolutie aan den lijve ondervonden. Xi’s vader Xi Zhongxun werd vervolgd en pas na de Culturele Revolutie gerehabiliteerd. Zelf bracht hij jaren door op het platteland in Liangjiahe, als onderdeel van de zhiqing, de opgeleide jeugd die naar het platteland werd gestuurd. Xi leefde in een grotwoning, ruimde mest en kon alleen overleven door slangen en padden te eten. Zijn zuster pleegde zelfmoord. Hij wil over die periode niet meer praten.
Mijn inschatting is dat de propaganda-afdeling van de partij volop de kaart van Xi speelt, omdat hij anders dan zijn voorgangers betrekkelijk populair is bij het Chinese volk. Ik denk echter niet dat hij uitgroeit tot een absoluut leider met een persoonlijkheidscultus zoals we die van Mao kennen. Je ziet de afgelopen weken al een terugtrekkende beweging, waarbij Chinese media de opdracht kregen hem niet langer als Xi Dada neer te zetten. Ook zei Xi dat er in China ruimte moet zijn voor constructieve kritiek op de overheid en de partij.
Gerelateerde personen:
Mao ZedongXi Jinping
Gerelateerde onderwerpen:
President Xi staat open voor constructieve kritiekXi vraagt media om absolute loyaliteit aan partij
Een 45-delige tv-serie die (niet) over Xi Jinping gaat