Vijf vragen over arbitragezaak Zuidchinese-Zee
Dinsdag 12 juli publiceert het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag zijn beslissing over een door de Filipijnen aangespannen zaak. Alles wat je moet weten over deze kwestie die de verhoudingen in de Zuidchinese-Zee op scherp zet, kort en bondig uitgelegd.
De Zuidchinese-Zee? Dan gaat het waarschijnlijk over zeggenschap over stipjes op de kaart?
Inderdaad. In dit zeegebied liggen tientallen eilandjes, rotspunten, riffen en zandbanken. Sommige eilandjes zijn bovendien kunstmatig gecreëerd. China, Taiwan, Vietnam, Maleisië, Brunei en de Filipijnen claimen allemaal dat een aantal van die stukjes land tot hun grondgebied behoren. Sommige claims overlappen elkaar. Dat komt omdat China beweert dat een groot deel van de Zuidchinese-Zee tot het Chinese territoir behoort.
China hanteert de zogeheten kaart met de negen strepen; een kaart van het zeegebied waarop in 1947 negen dikke rode strepen zijn gezet. De Filipijnen hebben nu een aantal vragen aan het Hof voorgelegd, die duidelijkheid moet geven over de juridische status van stukjes land in dit gebied.
Dus dinsdag weten we tot welke land ieder eilandje behoort?
Nee, het Hof kan geen uitspraak over territoriale geschillen doen, tenzij de betrokken landen instemmen met een arbitrageverzoek. Omdat China daaraan niet wil meewerken, hebben de Filipijnen een juridisch handigheidje uitgehaald.
Zij hebben het Hof in 2013 gevraagd duidelijkheid te scheppen over de juridische status van een aantal specifieke eilandjes op basis van het VN-zeerechtverdrag UNCLOS. Het Hof heeft zichzelf in 2015 bevoegd geacht daarover te oordelen en heeft vijf rechters aangewezen om de zaak inhoudelijk te behandelen; een Ghanees, een Pool, een Fransman, een Duitser en de Nederlandse hoogleraar internationaal recht Alfred Soons.
China is het daar niet mee eens. Zij zeggen dat dit een verkapte manier is om een uitspraak over territoriale aanspraken te doen. De Chinese regering heeft er daarom voor gekozen niet te participeren in de inhoudelijke behandeling. Overigens heeft China wel een omvangrijk positioneringsdocument gepubliceerd met inhoudelijke argumenten. Dat zullen de rechters ook wel hebben gelezen.
Wat weten we dinsdag dan wel?
De Filipijnen hebben een hele serie vragen neergelegd. De belangrijkste zijn: wat is de juridische status van de kaart met de negen strepen? Zijn bepaalde landmassa's te beschouwen als eiland, rotsen of zandbanken? Wat is de juridische status van door China gecreëerde kunstmatige eilanden?
Het is niet gezegd dat het Hof op alle vragen antwoord geeft. Het is ook mogelijk dat het Hof de Filipijnen vraagt eerst met China te onderhandelen, om zo samen het antwoord op deze vragen te formuleren. Als beide landen daar niet uitkomen, kan het Hof alsnog uitspraak doen.
Als het Hof wel de gewenste klarificatie geeft, worden een aantal juridische onduidelijkheden uit de weg geruimd. Een eiland geeft namelijk de meeste internationale rechten; daar omheen mogen landen ook een exclusieve economische zone van 200 zeemijl (370 kilometer) beheren. Bij een rots alleen de territoriale wateren van 12 zeemijl (22 kilometer). Wordt een landmassa gekwalificeerd als zandbank (die alleen bij laag water zichtbaar wordt) dan mag een land alleen een veiligheidszone van 500 meter handhaven.
Als twee opgespoten eilanden door het Hof als zandbank worden aangeduid, dan geven die dus geen recht de zee en zeebodem eromheen te exploiteren en andere landen de toegang te ontzeggen.
Oh ja, er bestaat ook nog de mogelijkheid dat het Hof meer tijd vraagt, omdat één van de vragen van de Filipijnen een eilandje (of toch een rotspunt?) betreft dat door Taiwan wordt beheerd. Dat ligt juridisch ingewikkeld, omdat Taiwan formeel niet door de VN als land wordt beschouwd en geen partij is bij UNCLOS. Taiwan stelt zich op het standpunt dat het Hof op deze vraag geen antwoord kan geven, zolang Taiwan zijn zienswijze niet in de procedure kenbaar kan maken.
Waarom zijn die rotspuntjes en zandbanken zo belangrijk voor deze landen?
Het gaat allereerst om economische gebruiksrechten van de zee. Visserij is belangrijk, maar ook de exploitatie van bodemschatten zoals olie en gas.
Daarnaast is er een strategisch belang. De Zuidchinese-Zee is een van de belangrijkste zeeroutes ter wereld. Vanaf natuurlijke of kunstmatige eilandjes kan de zee worden gecontroleerd. Voor China geldt bovendien dat ze het niet prettig vinden dat de Amerikaanse marine in hun achtertuin actief is. Zij gebruiken hun territoriale claims om militaire lucht- en vaartuigen van andere landen te weren.
En er spelen ook veel nationalistische en patriottistische sentimenten mee. Verschillende regeringen spelen hier ook op in door er een kwestie van nationale eer van te maken. Dit maakt een rationele afweging niet makkelijker. De meeste landen rond de Zuidchinese-Zee hebben zich ingegraven in hun eigen gelijk.
Komt met een duidelijk uitspraak ook een einde aan de spanningen in de Zuidchinese-Zee?
Was dat maar waar. Op korte termijn is het tegendeel waarschijnlijk het geval. Veel analisten houden er rekening mee dat China juist een signaal zal willen afgeven dat ze de uitspraak naast zich neerlegt. Dat kan bijvoorbeeld door het afkondigen van een luchtidentificatiezone boven de Zuidchinese-Zee, door nieuwe kunstmatige eilanden aan te leggen bij de Spratly-eilanden of door eens flink te gaan vissen in de wateren rond de Filipijnen en de kustwacht in te zetten om Filipijnse vissers te verjagen.
Maar op lange termijn zal de uitspraak ook tot nadenken stemmen in Beijing. China zegt dat het zich als een verstandige grootmacht wil gedragen en doet juist vaak een beroep op het internationale recht. Die positie wordt ondergraven door een onwelgevallige uitspraak als een boze kleuter stampvoetend te ontkennen.
In ieder geval zullen de Filipijnen en China om de tafel moeten om praktische afspraken te maken. Want met alleen een uitspraak op papier verandert er verder niet zoveel. Als de Chinese regering zich daarin van zijn beste kant laat zien, zullen andere landen met territoriale conflicten met China eerder bereid zijn ook te onderhandelen. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld dat afgesproken wordt het territoriale conflict te bevriezen en op basis van wederzijds voordeel afspraken te maken over visserij en bodemexploitatie.
Gerelateerde onderwerpen:
Q&A: Frans Paul van der Putten over Zuidchinese-ZeeChina waarschuwt de VS zich afzijdig te houden
China houdt week van oefeningen in Zuidchinese-Zee