China rekent op WTO-status van markteconomie
De Chinese regering dreigt met tegenmaatregelen als de leden van wereldhandelsorganisatie WTO China niet behandelen als een volwaardige markteconomie. Veel westerse landen hebben daar hun bedenkingen over.
China zal alle 'noodzakelijke tegenmaatregelen' nemen als de 161 leden van de WTO het land vanaf zondag niet als een van hun gelijken zal behandelen. Volgens de Chinese regering is in 2001 afgesproken dat China na vijftien jaar automatisch de status van markteconomie zou verkrijgen en dat andere landen die afspraak moeten nakomen.
Maar de Verenigde Staten en Japan denken daar heel anders over en de Europese Unie twijfelt. Zij zeggen dat de afspraak was dat China minimaal vijftien jaar een uitzonderingspositie zou innemen. Maar dat er in China de afgelopen jaren te weinig vooruitgang is geboekt bij economische hervormingen die de status van markteconomie op dit moment rechtvaardigen. Van de westerse landen hebben alleen Australië en Nieuw-Zeeland de kant van China gekozen.
Status
China trad op 11 december 2001 na jaren onderhandelen toe tot de WTO. De leden wilden toen alleen toestemmen als China voorlopig de status van zogeheten surrogaat-land zou krijgen in afwachting van liberalisering en openstelling van zijn economie.
De status van markteconomie is belangrijk; WTO-leden moeten er dan onderling vanuit gaan dat prijzen door marktwerking tot stand komen. Er mogen dan geen handelsbarrières als importheffingen worden opgelegd. Voor surrogaat-landen geldt die regel niet; zij kunnen op basis van artikel 15 van het wereldhandelsverdrag aan handelsbeperkingen worden onderworpen als zij lagere prijzen hanteren dan vergelijkbare landen.
Staatssector
De Amerikaanse en Japanse regeringen erkennen dat China na toetreding tot de WTO economische hervormingen heeft doorgevoerd, maar lieten ook weten dat het proces nog niet zover is gevorderd dat China nu als een vrije markteconomie valt te beschouwen.
Zij wijzen op de omvangrijke staatssector die de Chinese economie nog altijd domineert. Die geniet allerlei voordelen, bescherming van de thuismarkt en verlieslatende bedrijven blijven met staatssteun voortbestaan. Daardoor is in sommige sectoren een structurele overcapaciteit ontstaan die de prijzen drukt. China probeert die producten in het buitenland te slijten. Prijsdumping, zeggen de VS en Japan, met hulp van overheidsgeld.
Nieuwe onderzoeken
De landen van de EU zijn verdeeld. De Europese Commissie heeft wel een voorstel gedaan, maar daar is door de lidstaten en het Europees Parlement nog geen besluit over genomen. Duitsland probeert de lidstaten achter een compromis te krijgen waarbij China wel de status van markteconomie verkrijgt, maar nieuwe afspraken worden gemaakt om prijsdumping door alle leden tegen te gaan.
Maar de EU lijkt daarmee geen haast te maken. Vrijdag maakte de Europese Commissie juist bekend dat het twee nieuwe onderzoeken start naar prijsdumping van Chinees (en Indiaas) staal. Veel Europese landen houden de overcapaciteit van de Chinese staalindustrie verantwoordelijk voor de aanhoudende problemen in de wereldwijde staalsector. China is daar woedend over en zegt dat Europese staalbedrijven de problemen aan zichzelf te wijten hebben vanwege mismanagement en gebrek aan innovatie. In totaal hanteert de EU momenteel 18 handelsbeperkingen op Chinese producten, zoals staal, zonnecellen en chemische producten.
UPDATE - Het Chinese ministerie van handel heeft maandag een klacht bij de WTO ingediend tegen de VS en de EU. China eist een einde aan importheffingen op Chinese producten die op basis van artikel 15 zijn opgelegd.
Gerelateerde onderwerpen:
Kabinet wil af van zombiebedrijvenIMF voegt yuan toe aan mandje reservevaluta
Europese bedrijven willen gelijk speelveld in China