Chinese giganten moeten uitvliegen
Grote Chinese staatsondernemingen moeten groei realiseren in buitenlandse activiteiten. Nu komt ongeveer een derde van hun winst uit het buitenland; dat moet de helft worden.
Chinese bedrijven behoren vanwege hun gigantische thuismarkt tot de grootste ter wereld. Maar vergeleken met hun concurrenten hebben ze te weinig internationale oriëntatie. Volgens de evaluatiecommissie die namens de overheid de staatsbedrijven onderzoekt, moet dat veranderen.
"We zullen geen moeite sparen om de internationale concurrentiekracht van de grote staatsondernemingen te verbeteren. We vragen ze daarom zich terug te trekken uit industrieën met weinig toegevoegde waarde en zich te concentreren op premium buitenlandse markten", aldus Liu Nanchang, directeur van de commissie in China Daily.
Geen overnamegolf
Het is niet de bedoeling dat ze dat doel bereiken langs de weg van buitenlandse overnames, waardoor er Chinees kapitaal naar het buitenland stroomt. Duidelijke keuzes in te bedienen markten, het bouwen van merken, innovatie en een betere aanwending van middelen zijn daarvoor de aangewezen instrumenten.
"We geven ons vijf tot tien jaar om het grootste deel van de beschikbare middelen in te zetten op de wereldmarkt", aldus Liu. In het 12de vijf-jarenplan (2011-2015) staat de transitie van nationale giganten tot wereldspelers als prioriteit gedefinieerd.
Deviezenstroom op peil
Liu trekt de vergelijking met multinationals uit Japan en Zuid-Korea, die uitgroeiden tot wereldspelers. Alleen werden zij gedwongen in het buitenland te groeien toen hun thuismarkt verzadigd raakte.
In China met zijn thuismarkt van 1,35 miljard inwoners is die verzadiging nog ver weg. Toch willen de planners de staatsbedrijven nu daartoe dwingen, om de export te stimuleren en de deviezenstroom richting China op gang te houden. De binnenlandse markt volgt vanzelf wel, is de gedachte. Bovendien komt er een punt dat binnenlandse investeringen op enig moment minder renderen, waardoor staatsbedrijven minder winstgevend worden.
Buitenlandse winst
De commissie noemt Sinopec als voorbeeld, het hoogstgenoteerde Chinese bedrijf in de Fortune Global-500. Het is qua bezittingen groter dan Shell of Exxon, maar scoort lager in winstgevendheid. Sinopec haalt 20 procent van zijn omzet uit het buitenland, tegen 70 procent bij Shell.
De buitenlandse investeringen van Chinese bedrijven worden op een waarde van 1.000 miljard dollar geschat, waarvan de helft door staatsondernemingen. Volgens het Chinese statistiekbureau groeide de winst van de grote staatsbedrijven in de strategische sectoren olie- en gaswinning, telecommunicatie, electriciteitsopwekking, luchtvaart en scheepvaart in het eerste halfjaar met 4,8 procent, tegenover 15,8 procent bij andere bedrijven. De grote staatsbedrijven hebben voor dit jaar een winstdoelstelling van +10 procent gekregen.
Overigens heeft Z24 vandaag een handig overzicht van China's belangrijke economische kengetallen.
Gerelateerde onderwerpen:
Chinese exportcijfers vallen vies tegenChinese bedrijven rukken op in corporate reuzenlijst
Dozijn Chinese bedrijven in Top-100 Wereldmerken