Grote steden zijn nog maar helft van de tijd smogvrij

Fijnstof is de belangrijkste bron van luchtvervuiling. Het gemiddelde niveau van kleine fijnstofdeeltjes (PM2.5) in grote steden in de eerste zes maanden van 2013 was 76 microgram per kubieke meter. Dat is twee keer het niveau dat China als veilige norm hanteert.

Per saldo is Beijing de stad met de meeste luchtvervuiling. Niet alleen zijn daar de meeste dagen met smog, er worden ook recordhoogtes fijnstof gemeten van 115 microgram per kubieke meter; drie keer het toegestane niveau. Anders dan veel grote steden aan de kust, profiteert Beijing niet van de aanwezigheid van zeewind.

Steenkool en afval

Halfjaarcijfers van 74 grote steden zijn woensdag gepubliceerd door het ministerie van milieubescherming. Slechts vier onderzochte steden voldoen het hele jaar aan de maximumnorm van 35 gram fijnstof per kubieke meter: Lhasa, Haikou, Zhoushan en Huizhou. Fijnstofuitstoot in grote steden wordt aangejaagd door de stadsverwarming die vaak op steenkolen wordt gestookt en het verbranden van afval. Het autoverkeer is juist weer verantwoordelijk voor grote hoeveelheden ozon in de lucht, zegt Zhao Zhangyuan, onderzoeker bij het researchinstituut voor milieuwetenschappen tegen Global Times.

Deze maand wordt een nationaal actieplan verwacht om luchtvervuiling aan te pakken. Volgens Beijing Times trekt de Chinese overheid 1.700 miljard yuan (204 miljard euro) uit voor maatregelen die de luchtkwaliteit moet verbeteren in drie gebieden (rond Beijing en de delta's van de Yangtze en de Parelrivier).