China wil wereldleider in AI worden

Het Nationale Plan voor Artificiële Intelligentie voorziet in nauwere samenwerking tussen private bedrijven, onderzoeksinstituten en het leger. Eerder dit jaar noemde premier Li Keqiang AI voor het eerst als een van de (vele) prioriteiten voor de Chinese industrie.

De staat zal een leidende rol op zich nemen over het onderzoek, voor fondsen zorgen, beleidsregels waar nodig aanpassen en de sector controleren. "De situatie van de Chinese nationale veiligheid en de internationale competitie is complex", staat in het plan. "We moeten het inititaief nemen om een ferme greep te krijgen op de ontwikkeling van artficiële intelligentie en een voorsprong op de concurrentie creëren."

Afhankelijkheid van westen

Er worden een aantal randvoorwaarden geformuleerd waaraan China moet voldoen om over acht jaar wereldleider in AI-technologie te zijn, zoals het in eigen land ontwikkelen van de nieuwste generatie computerchips, computersoftware en opleiden van onderzoekers.

De Chinese overheid is al langer benauwd dat het op het gebied van informatietechnologie afhankelijk is van westerse bedrijven. Dat zou buitenlandse machten de invloed geven om in Chinese computers mee te kijken of deze te beïnvloeden. Om die reden ontwikkelde het bijvoorbeeld het Beidou-satellietnavigatiesysteem en wordt druk gesleuteld aan een eigen besturingssysteem voor computers en mobiele telefoons.

Wat is AI?

AI is zo'n nieuw vakgebied, dat een goede definitie ontbreekt. Verschillende disciplines zoals patroonherkenning, beeldverwerking en cognitieve psychologie houden zich met AI bezig. Computers die dankzij zeer grote rekenkracht complexe problemen kunnen oplossen zijn er al, ook in China (foto Tianhe-2). Maar het achterliggende doel is een zelflerende computer te maken, die zonder menselijke tussenkomst een groot aantal variabelen combineert.