Strengere regels voor religie in China

Het raamwerk blijft hetzelfde: vrijheid van godsdienst is beschermd door de Chinese grondwet. Maar de overheidsregels waaraan religieuze groepen in China in de dagelijkse praktijk moeten voldoen worden verscherpt. De overheid zegt daarmee de nationale veiligheid te willen vergroten, religieus extremisme te bestrijden en geloofsbelijdenis buiten erkende geloofsorganisaties tegen te gaan.

Kernwoord is Sinificatie, zegt Wang Zuoan, hoofd van het bureau van religieuze zaken dinsdag in het Volksdagblad. Daarmee wordt meestal bedoeld dat moet worden geconformeerd aan de partijlijn. “Deze regels helpen de Sinificatie van geloof in ons land te bevorderen [...] en zo op het correcte pad van aanpassing van geloof aan een socialistische samenleving te blijven." De regels worden vanaf 1 februari van kracht.

Sociale harmonie

Activiteiten buiten de door de staat erkende en gecontroleerde religieuze organisaties worden verboden. Ook is vastgelegd dat religieus geïnspireerd separatisme niet is toegestaan, evenals activiteiten die leiden tot conflicten tussen gelovigen onderling, tussen verschillende geloven of met niet-gelovigen.

Geloofsgemeenschappen moeten zich weren tegen de invloed van buitenlandse krachten. Daar-mee is niet alleen bedoeld de invloed van de paus op de Chinese katholieken; de staat verzet zich tegen benoemingen van Chinese bisschoppen door het Vaticaan. En ook niet de invloed van de Dalai Lama op Tibetaanse boeddhisten en ook niet de invloed van extreme moslims op de Oeigoeren. Volgens partijtabloid Global Times is er sprake van een 'gevaarlijke trend' waarbij anti-Chinese krachten invloed proberen uit te oefenen via religieuze organisaties. De krant citeert een hoogleraar internationale betrekkingen, Chu Yin, die beweert dat verschillende missie-organisaties die in China actief zijn worden gecontroleerd door de Zuidkoreaanse geheime dienst.

Patriottistische kerk

China kent vijf erkende geloven: boeddhisme, taoïsme, islam, katholicisme en protestantisme. Op papier genieten aanhangers godsdienstvrijheid. In de praktijk zijn alleen zogeheten patriottistische geloofsorganisaties toegestaan die loyaliteit aan de Chinese overheid en de communistische partij hebben beloofd.

Veel gelovigen voelen daar niets voor en hebben hun eigen informele geloofsgemeenschap opgericht. Ook erkende religieuze instellingen krijgen soms met tegenwerking van de overheid te maken. Zo zijn de afgelopen jaren veel christelijke kerken in de provincie Zhejiang door de overheid afgebroken.

Spanningen met moslims

Ook zijn er spanningen tussen moslims en de Chinese overheid. Het meest bekend zijn de problemen in de autonome regio Xinjiang. Omdat sommige moslims hier een eigen Islamitische staat nastreven, probeert de Chinese overheid steeds meer controle op de geloofsgemeenschap uit te oefenen om extremisme uit te bannen.

Maar ook met een andere moslimminderheid, de Hui, komen soms problemen voor. Begin deze maand waren er rellen in Tangshan, nadat een lokale imam zou zijn lastiggevallen door personeel van een tolstation. De video van tientallen boze moskeebezoekers die verhaal kwamen halen en vernielingen aanrichtten ging viraal. Dat leidde tot zoveel anti-islamitische reacties dat de Chinese censuur ingreep.