Partijcongres dag 1: Ik Xi, ik Xi, wat Xi voorziet
China staat aan het begin van een nieuw tijdperk, wat met behulp van de communistische partij tot een 'prachtig land' zal leiden. Dat beloofde president en partijleider Xi Jinping woensdag bij de opening van het nationale partijcongres.
Xi stelde de 2.280 gedelegeerden en hun blazen flink op de proef bij de opening van het 19de Nationale Congres van de Communistische Partij van China. Maar liefst drie uur en 23 minuten was hij aan het woord, slechts onderbroken door klaterend applaus op de daarvoor bedoelde momenten. Maar hij beloofde dan ook niets minder dan een begin van een nieuw tijdperk.
Opvallend was dat Xi veel verder keek dan de vijf jaar dat hij nog aan de macht is. Naarmate de eeuwdoelstellingen letterlijk dichtbij komen (die moeten in 2021 zijn gerealiseerd, als de CPC honderd jaar bestaat), begint de partij naar het midden van de eeuw te kijken; als in 2049 het honderdjarig bestaan van de Volksrepubliek wordt gevierd moet China een volledig ontwikkeld land zijn.
Dit zijn de belangrijkste punten:
1) Een prachtig China: Het uitbannen van armoede en een gemiddeld welvarende maatschappij in 2021 wordt de Chinezen al langer beloofd. Xi zei woensdag dat een betere toekomst uit meer bestaat dan materiële vooruitgang. Hij beloofde de burgers meer geluk en welzijn en vatte dat samen met de term 'een prachtig China'. Dat bestaat uit een schoon milieu, technologische vooruitgang en een efficiënte overheid. En dat alles onder de bezielende leiding van de communistische partij, natuurlijk. De Chinese droom van nationale verjonging blijft alleen maar een fantasie, zonder de ideologische leiding van de partij, aldus Xi.
De partijleider maakte nog maar eens klip en klaar duidelijk dat China geen behoefte heeft aan het kopiëren van westerse politieke systemen. In plaats daarvan presenteerde hij zijn eigen visie op de politieke toekomst van China, die onder de naam 'Socialisme met Chinese karakteristieken voor een nieuw tijdperk' in het partijhandvest zullen worden opgenomen en een leidraad vormen voor de komende decennia.
2) Een krachtig China: China moet zich in de periode tot 2035 zodanig moderniseren, dat het zich daarna in 2050 kan ontpoppen tot een leidende wereldmacht, die trots staat temidden van andere landen. Internationale samenwerking en vrijhandel zijn daarbij leidende principes. "Geen land kan het zich veroorloven zich terug te trekken op een eiland", zei Xi.
Voor de zekerheid is een leger van wereldklasse nodig, dat van iedere tegenstander kan winnen. Alleen dan hoeft China zich niets door andere landen te laten zeggen, bijvoorbeeld als het om territoriale kwesties gaat. "We zullen van niemand op enig moment, langs welke weg dan ook, accepteren dat ook maar een centimeter land van China wordt afgenomen“, zei Xi, waarop het langste en krachtigste applaus volgde.
Xi benadrukte dat Beijing het voor het zeggen heeft in Hong Kong. Over Taiwan zei hij dat China over "een sterke wil, voldoende vertrouwen en adequate middelen" beschikt om welke vorm van onafhankelijkheid van Taiwan te verslaan.
De partijleider beloofde in dit verband extra inspanningen om de rangen te versterken van kameraden die van het moederland houden. Dat betekent de wortel voor kameraden en de stok voor separatisten in Taiwan en Hong Kong.
3) Een open China: Reikhalzend werd uitgekeken wat Xi over de Chinese economie zou zeggen. Hij probeerde zijn publiek gerust te stellen; de economie zal gestaag groeien als China zich ontwikkelt tot een land van innovatie. Systeemrisico's zullen worden aangepakt voordat ze een probleem vormen. Xi had een mooie oneliner over de onroerendgoedmarkt: "Huizen zijn om in te wonen, niet om mee te speculeren." Die gaan we nog vaak horen de komende jaren.
Hij beloofde een hoger tempo van economische hervormingen en een ruimere toegang voor buitenlandse investeringen in China en een gelijk speelveld voor buitenlandse bedrijven. Precies wat buitenlandse bedrijven wilden horen. "Het China dat zich heeft geopend zal zich niet sluiten, maar juist meer en meer openen", zei Xi.
Maar in één adem noemde hij ook dat staatstoezicht op de economie onontbeerlijk is en de positie van staatsbedrijven te willen versterken. Die moeten sterker, beter en (nog) groter worden om niet alleen in China zelf, maar op de wereldmarkt te kunnen concurreren. Dus wat dit betreft weten we na deze speech nog niets wat Xi fundamenteel met de economie wil.