Mission possible: de jacht op China's gestolen kunst
In een paar jaar tijd zijn honderden Chinese kunstschatten gestolen uit Europese musea. Zit de Chinese overheid achter de inbraken -zoals sommigen denken- of zijn het rijke zakenlieden die de kunstschatten naar hun moederland terughalen?
De inbraken begonnen in 2010 toen kunst werd gestolen uit het Chinese paviljoen van het Drottningholm-paleis in Kopenhagen. Een maand later sloegen dieven toe in het KODE Museum in Bergen, Noorwegen. Daarna volgen het Oriental Museum van Durham University en het Fitzwilliam Museum van Cambridge in het Verenigd Koninkrijk. Dieven keerden een tweede keer terug naar KODE. In 2015 volgde een inbraak in Château de Fontainebleau in Parijs.
De rooftocht wordt op een rijtje gezet door het Amerikaanse magazine GQ. Onbekend is of de inbraken door dezelfde (groep) dieven zijn gepleegd. Maar steeds ging het om Chinese kunstschatten die spoorloos lijken te zijn verdwenen. Slechts één gestolen voorwerp dook even op; het was te zien op een tijdelijke tentoonstelling in Shanghai.
Spectaculaire inbraak
Wie er ook achter de inbraken zit; ze zijn allemaal professioneel uitgevoerd. Bij de eerste inbraak in de residentie van de Deense koninklijke familie werden auto's in brand gestoken om de politie af te leiden. Terwijl agenten op die melding afkwamen, pakten de daders in zes minuten wat ze nodig hadden. Het alarm ging niet af. Daarna maakten ze dat ze wegkwamen; in eerste instantie op scooters, daarna met een speedboot.
GQ schrijft over het gerucht dat de Chinese overheid achter de kunstroven zit. Toeval of niet, de eerste roof vond plaats vlak nadat de Chinese overheid een inventarisatie van Chinese roofkunst had laten opstellen. Een speciaal team kunstkenners was ervoor langs musea over de hele wereld gereisd en een overzicht was gepubliceerd in een boek van Liu Yang.
Gat in de markt
Waarschijnlijker is dat de in Europa gestolen voorwerpen worden gekocht door rijke Chinese zakenmannen. Er worden miljoenen neergelegd om exclusieve historische voorwerpen die door particuliere bezitters op veilingen worden aangeboden terug naar China te halen. Maar musea bieden zelden voorwerpen aan, zeker niet de beste stukken.
Het zou kunnen zijn dat een bende kunstrovers een gat in de markt heeft ontdekt. De kopers weten niet dat het om gestolen voorwerpen gaat. Of ze hebben geen scrupules. Uiteindelijk zijn de voorwerpen ooit uit China gestolen door westerse machten. Ze horen thuis in China, niet in een vitrine in een vreemd land, redeneren ze.
Oude Zomerpaleis
In de periode 1840 tot 1949 zijn naar schatting tien miljoen kunstvoorwerpen door westerse imperialisten uit China weggevoerd. In 1860 werd het oude zomerpaleis van de keizerlijke familie door Britse en Franse troepen verwoest. Daarbij werden op grote schaal kunstschatten geplunderd. De mooiste voorwerpen van de keizers werden als geschenk voor de Britse en Franse vorsten naar Europa gebracht.
Het oude zomerpaleis is nooit herbouwd. Iedere Chinees weet dat de ruïnes de herinnering levend moeten houden aan de eeuw van de vernedering. De periode dat het keizerrijk zijn onaantastbare positie verloor en beschamende concessies aan westerse koloniale machten moest doen. Het zal dan ook wel geen toeval zijn dat de kunstrovers waarover GQ schrijft het vooral hebben voorzien op roofkunst uit het voormalige zomerpaleis. Daar is in China het meeste markt voor.
Gerelateerde onderwerpen:
Chinese kunst is miljoenenbusiness gewordenCurator vervalst en steelt meer dan 100 kunstwerken
Rechtszaak over omstreden boeddhabeeld