Duurzame energieproductie China stijgt 12 procent

Ondanks dat overheidssubsidies worden afgebouwd groeit de capaciteit van wind, zon, waterkracht en biomassa. Inmiddels zijn deze duurzame bronnen samen goed voor 38,3 procent van China's totale elektriciteitscapaciteit. Eind 2017 was dat nog 36,6 procent.

Het snelst groeit zonne-energie; daar kwam afgelopen jaar 44,3 GW bij. Nieuwe windmolens zijn goed voor 20,6 GW aan extra capaciteit. Waterkracht groeide met 8,5 GW. De totale capaciteit van waterkrachtcentrales bedraagt nu 352 GW; het is daarmee China's belangrijkste duurzame energiebron.

Elektriciteitsnet

Een hardnekkig probleem is dat het Chinese stroomnet nog niet is ingericht op grootschalige opwekking van schone energie. Die vindt vaak plaats in uitgestrekte en dunbevolkte gebieden in het zuiden (hydro-energie) en westen van China (wind- en zonneparken), terwijl de gebruikers in de miljoenensteden in het oosten zitten. Mede daarom wordt China's duurzame energiecapaciteit niet optimaal benut; op piekmomenten moeten windmolens of zonnecellen deels worden afgeschakeld.

Volgens de jaarcijfers van de energie-administratie is dat verlies gedaald van 12 procent in 2017 tot 7 procent vorig jaar. Maar het agentschap moest toegeven dat bij de grote windparken in Gansu en Xinjiang een vijfde van de capaciteit niet wordt gebruikt als gevolg van gebrek aan transportmogelijkheden van het stroomnet.

Kolencentrales

Ook op maandag maakte het milieuministerie bekend dat 80 procent van alle Chinese kolencentrales nu in categorie 'ultra-lage uitstoot' valt. China kreeg de laatste jaren internationaal kritiek omdat het nieuwe kolencentrales bleef bouwen. Een fors deel van die capaciteit was echter bedoeld om verouderde en meer verontreinigende centrales te kunnen sluiten.

Helemaal zonder kolen kan China nog lang niet. De kolencentrales samen zijn goed voor ruim 1000 GW. Anders dan olie en gas, zijn steenkolen ruim voorradig in de Chinese bodem.