China zet journalisten uit voor column van een ander
De Chinese overheid trekt met onmiddellijke ingang de werkvergunning in van drie medewerkers van de Wall Street Journal. Het is een vergelding voor een column die door de Chinese overheid als racistisch en denigrerend wordt beschouwd.
De drie journalisten waar het om gaat zijn Josh Chin, adjunct-chef van het WSJ-bureau in Beijing, en verslaggevers Chao Deng en Philip Wen. De eerste twee hebben de Amerikaanse nationaliteit; de laatste de Australische. Zij krijgen vijf dagen de tijd om de Volksrepubliek te verlaten. Dat zal in het geval van Deng nog niet zo makkelijk zijn; zij doet momenteel verslag vanuit Wuhan dat vanwege de coronavirusuitbraak is afgegrendeld van de rest van China.
De Chinese woede is gewekt door een column die op 3 februari door WSJ is gepubliceerd met als titel 'China is de werkelijke zieke man van Azië'. In het artikel schrijft Walter Russell Mead, hoogleraar buitenlandse betrekkingen aan Bard College, dat de huidige gezondheidscrisis aantoont dat China's machtsbasis broos is, ondanks ingrijpende maatregelen van de overheid de virusuitbraak te beteugelen. "Een dodelijker virus of besmetting van de financiële markten kan China's economische en politieke vooruitzichten op ieder moment veranderen", schrijft hij. Ook noemt Mead de Chinese aanpak niet transparant en bedoeld om de doelen van de overheid te dienen.
Intimidatiepoging
Volgens een woordvoerder van het Chinese ministerie van buitenlandse zaken is de titel racistisch en besmeurt de auteur de pogingen van de overheid een epidemie in de kiem te smoren. Het ministerie heeft de hoofdredactie van WSJ om excuses gevraagd en maatregelen tegen de auteur. Toen die uitbleven is besloten de journalistenvisa van de drie correspondenten in te trekken. De club van buitenlandse correspondenten in China noemt de maatregel een "extreme en duidelijke poging buitenlandse nieuwsorganisaties te intimideren".
Het komt vaker voor dat China de werkvergunningen van buitenlandse journalisten niet verlengt. Sinds 2013 gebeurde dat negen keer; voor het laatst in augustus vorig jaar bij Chun Han Wong, een Singaporese WSJ-medewerker, die -samen met Wen- onderzoek deed naar de rijkdom van familieleden van president Xi Jinping. Maar dat journalisten direct het land worden uitgezet is sinds 1998 niet meer voorgekomen.
Belangrijk precedent
Als het artikel van Mead de werkelijke reden is voor het intrekken van de werkvergunningen van Chin, Deng en Wen, dan is daarmee een belangrijk precedent geschapen. Zij moeten China niet verlaten voor wat zij zelf hebben geschreven, maar als represaille voor een onwelgevallig artikel van een ander dat in de VS is gepubliceerd. De Chinese regering probeert hiermee directe invloed uit te oefenen op wat in andere landen over China wordt gezegd of geschreven.
In Amerikaanse media wordt een verband gelegd met een maatregel die juist de vrijheid van Chinese media in de Verenigde Staten aan banden legt. Vijf Chinese media-organisaties, onder meer Xinhua, CGTN en CRI, worden voortaan behandeld als ware het buitenlandse ambassades. Zij moeten sinds dinsdag de gegevens van hun medewerkers overleggen, of deze nou Chinees of Amerikaans zijn. Ook moeten zij voortaan toestemming vragen om onroerend goed te kopen. De maatregel is volgens de Amerikaanse autoriteiten nodig, omdat Chinese media direct worden aangestuurd door hun overheid en daarom eerder als propaganda-instrument zijn te beschouwen dan als nieuwsbedrijf. Eerder al besloot de Amerikaanse regering dat Chinese mediabedrijven zich als buitenlandse agent moeten registreren; wat voor andere buitenlandse nieuwsorganisaties niet geldt. Het Amerikaanse comité ter bescherming van persvrijheid vindt dat de overheid zich moet onthouden van een oordeel wat als propaganda is te beschouwen.
Eeuw van de vernedering
Chinese internetgebruikers was de WSJ-column ook al opgevallen. Sommige vinden dat de titel inspeelt op het sentiment dat Chinezen ziekteverspreiders en onhygiënisch zijn. De virusuitbraak leidde in sommige landen, zoals Nederland, tot discriminatie en racistische uitspraken jegens Aziaten, in het bijzonder Chinezen.
En er speelt nog iets. De term 'zieke man van Azië' stamt uit de negentiende eeuw, toen westerse koloniale naties het verzwakte keizerrijk dwongen tot concessies en eenzijdige handelsverdragen. Deze en de daaropvolgende periode wordt in China omschreven als de eeuw van de vernedering. Nu China uitgroeit tot tweede economie ter wereld en ontluikende wereldmacht ziet men dat als rehabilitatie van die donkere periode in de Chinese geschiedenis. Of Mead die besmette kwalificatie nou bewust of onbewust heeft gebruikt doet er niet toe; men ziet er een Amerikaanse belediging van het Chinese volk in.
Zelf je oordeel vormen over de omstreden column? Lees hier het artikel van Mead.
Gerelateerde personen:
Xi JinpingGerelateerde onderwerpen:
Q&A: Jeanne Boden over Chinese propagandaQ&A: Jacco Versluis over China's invloed en Nederlandse zelfcensuur
Q&A: Prof Frank Pieke over China in Nederland