Opinie: Genocide vastgesteld - over tot de orde van de dag
Het Nederlandse parlement beschuldigt China van volkerenmoord. Daarmee wordt de Chinees-Nederlandse relatie onder druk gezet, zonder dat de Oeigoeren in Xinjiang er veel mee opschieten, schreef ik woensdag in de opinieartikel in dagblad Trouw.
De Tweede Kamer heeft een D66-motie aangenomen waarin het Chinese beleid in Xinjiang wordt gekwalificeerd als genocide. Daarmee heeft Nederland na Canada als tweede parlement in de wereld deze kwalificatie formeel vastgesteld.
Het kabinet wil er niet aan. Genocide is de zwaarste schending van het volkenrecht en kan eenmaal vastgesteld moeilijk zonder gevolgen blijven. Er is in Xinjiang sprake van ernstige mensenrechtenschendingen. Maar om van genocide te kunnen spreken is het noodzakelijk dat misdaden als massamoord, marteling en gedwongen geboortebeperking plaatsvinden met als opzettelijke doel een specifieke bevolkingsgroep uit te roeien. Volkenrechtjuristen twijfelen of een dergelijke genocidale opzet kan worden bewezen, als hij er al is.
Volkerenmoord
Er is tot nu toe één regering die China wel van volkerenmoord beschuldigt: Amerika. De vorige minister van buitenlandse zaken Pompeo liet op zijn laatste werkdag een verklaring uitgaan dat hij het Chinese beleid jegens Oeigoeren en andere etnische minderheden in Xinjiang als genocide bestempelt. Zijn eigen juristen vonden dat ondanks jarenlang onderzoek prematuur. Pompeo gaf daarmee een politiek statement af.
Een politiek statement dat het Nederlandse parlement op de laatste dag voor het verkiezingsreces overnam. Niet op basis van eigen onderzoek, dat van experts of zelfs maar een debat. Maar op basis van Google en knipselmap.
Het parlement liet even zijn tanden zien, maar vertikte het dezelfde avond nog te bijten. Twee moties om echt iets te doen -geen producten afnemen uit Xinjiang die door dwangarbeid zijn gemaakt en een oproep de Olympische Winterspelen van China af te nemen- haalden het niet. Het bleef bij mooie woorden. De kamerleden konden tevreden met zichzelf zijn. Dit was toch maar mooi tegen het grote China gezegd. En over tot de orde van de dag.
Eerder schreef ik over de diplomatieke ruzie tussen Australië en China. Choose your battles en kies je woorden zorgvuldig zijn belangrijke lessen die daaruit te trekken zijn. Dat is nu geen van beiden gebeurd. Het parlement heeft zonder plan grote woorden gebruikt. Daarmee wordt de Nederlands-Chinese relatie onder druk gezet, zonder dat enig concreet effect op de situatie van de Oeigoeren te verwachten is. Een diplomatieke scheet in een netje.
Van afstand
Het is natuurlijk frustrerend om van afstand toe te kijken hoe elders mensenrechten in het geding zijn en er weinig tot niets tegen te kunnen doen. Maar dit is wel de realiteit: de mogelijkheden Beijing te beïnvloeden zijn gering. Zeker als je er als Nederland in je eentje op af gaat.
Betekent dit dan dat wij ons maar moeten neerleggen bij het lot van de Oeigoeren? Nee, dat ook weer niet. We zouden in EU-verband sancties kunnen afkondigen tegen de verantwoordelijke Chinese functionarissen op basis van de onlangs aangenomen Europese Magnitsky-wet (ook een aanbeveling die ik eerder deed: samen sta je sterk).
De EU kan import weren van producten die met behulp van dwangarbeid zijn gefabriceerd.
We kunnen aandacht vragen voor individuele personen die in Xinjiang zijn geïnterneerd. Kies daarbij niet voor een activist, maar juist voor een docent, advocaat of medicus die niets met terrorisme of extremisme van doen had, maar desondanks vastzit.
Als je dan toch iets met de Olympische Winterspelen in Beijing/Zhangjiakou wilt doen, stuur dan niet aan op verplaatsing van de spelen of een sportersboycot, maar beperk de Nederlandse politieke afvaardiging. Gebruik de spelen om de mensenrechten aan te kaarten in plaats van er met je rug naar te gaan staan.