Formatiewijzer: wat betekent een nieuw kabinet voor het buitenlands beleid?
Op 22 november koos Nederland een nieuwe Tweede Kamer. Cijfermatig liggen er twee coalities voor de hand. Die verschillen nogal van karakter qua buitenlandbeleid, ook ten aanzien van China. Inhoudelijk zitten VVD, NSC, BBB (en D66) dichterbij GL-PvdA dan bij de PVV. Al zal een nieuw kabinet met VVD, NSC en BBB hoe dan ook een China-kritischer koers varen.
Nationale verkiezingen draaien doorgaans om nationale kwesties. Dat was dit keer in extremis het geval. Partijprogramma's stonden bol van de aandacht voor de regio. Daarmee is de Nederlandse politiek behoorlijk in zichzelf gekeerd. Het doet denken aan de periode begin deze eeuw: moslimextremisten vielen het westen aan en ontketenden zo een langdurige war on terror, een crisis bracht het financiële systeem aan het wankelen, maar hier hield voor politici de belangstelling bij Wuustwezel op. Het leverde een premier op wiens bekendste politieke wapenfeit de krokettenmotie was.
Anno 2023 woedt er een oorlog op het Europese continent, er dreigt nog steeds escalatie van het Israelisch-Palestijnse conflict, Amerika en China liggen op ramkoers, er zijn tientallen miljoenen vluchtelingen op drift, het klimaat warmt sneller op dan gedacht en globalisering en vrijhandel staan op de tocht. Maar Nederlandse partijprogramma's gaan over de beschikbaarheid van geldautomaten op het platteland of het verhogen van de grondwaterstand in het Friese veenweidegebied tot -0,30 onder maaiveld. Over PISA-scores lees je dan weer niets.
Buitenlandparagraaf
Natuurlijk bevatten alle partijprogramma's ook een buitenlandparagraaf. Maar veelbetekenend is dat het doorgaans om een van de laatste hoofdstukken of zelfs het allerlaatste hoofdstuk gaat. Opvallende uitzondering is het programma van de VVD. Daar gaat het eerste hoofdstuk gelijk over "Grip op een veranderende wereld". Anders dan bij andere partijen zijn hier ook de standpunten over migratie ondergebracht; wellicht dat dit de prominente plek verklaart.
En misschien is het ook wel wat de kiezer wil. Uiteindelijk is de grote winnaar van deze verkiezingen de partij met de beknopste defensie- en buitenlandparagrafen van allemaal. Al staat er in andere hoofdstukken genoeg dat consequenties kan hebben voor het buitenlandbeleid.
Initiatief bij PVV
Met de PVV als grote winnaar ligt het initiatief in de formatie bij de partij van Geert Wilders. Omdat de PVV andere extreem-rechtse partijen heeft gekannibaliseerd, moet Wilders wel naar het politieke centrum kijken. Getalsmatig is de combinatie PVV, VVD (al dan niet als gedoogpartner) en NSC groot genoeg voor een politieke meerderheid in de Tweede Kamer: 81 zetels. Maar omdat nieuwkomer NSC nog niet over zetels in de Eerste Kamer beschikt, kan deze combinatie in de Senaat op slechts 14 van de 75 zetels rekenen.
Hier komt de BBB in beeld. Als grote winnaar van de Provinciale Staten-verkiezingen eerder dit jaar, zijn zij goed voor 16 zetels in de Eerste Kamer. Maakt nog steeds geen meerderheid, maar regeert wel een stukje comfortabeler. Bovendien kun je je als coalitie nog eens wat afsplitsingen veroorloven. Met de BBB erbij beschikt de coalitie over 88 zetels en kan dus 12 parlementariërs verliezen zonder een acuut probleem. Dat lijkt bizar veel, maar met zoveel politieke nieuwkomers is het ook niet ondenkbaar.
GL-PvdA voorlopig in wachtkamer
Wat de PVV met kleinere partijen aan het uiterste rechtse deel van het politieke spectrum deed, dat deed de combinatie GL-PvdA met de linkerzijde: electorale concurrenten leegeten. Een links kabinet behoort daardoor niet tot de mogelijkheden.
Een coalitie van centrumpartijen bestaande uit vier partijen met GL-PvdA als grootste echter wel. Samen met VVD, NSC en D66 zou dit kabinet op de steun van 78 zetels kunnen rekenen. Met BBB in plaats van D66 kan ook. Dan wordt de basis de kleinst mogelijke meerderheid: 76 zetels. Maar zo'n kabinet zou als enige ook op een meerderheid in de Eerste Kamer kunnen rekenen. Al maakt het voor GL-PvdA uiteraard wel verschil of D66 of BBB aanschuift. Andersom geldt voor de VVD hetzelfde.
Regeerakkoord Wilders I
Dan nu de inhoud in. Het PVV-partijprogramma mag dan volgens sommigen mild zijn. En Wilders zelf heeft na zijn verkiezingsprogramma gezegd dat hij bereid is om alle standpunten in de ijskast te zetten die ongrondwettelijk of in strijd met het internationale recht zijn. Dat neemt niet weg dat er dan nog steeds weinig gelijkenis is tussen het PVV-program en dat van de potentiële coalitiegenoten.
Dat is ook niet zo gek, want Wilders heeft zijn programma nooit geschreven als uitgangspunt voor regeringsbeleid. Het is geschreven als opgestoken middelvinger naar iedereen die de PVV als woke, deugmensen of linkse wegkijkers beschouwt. Zijn jullie begaan met het milieu? Haha, de PVV wil meer kolencentrales, de vliegtaks afschaffen én de maximumsnelheid naar 140 kilometer per uur! De langstzittende parlementariër wilde ermee aantonen dat hij niet tot het politieke establishment behoort. Nieuwe politiek van oude zakken. Maar nu hij tot zijn eigen verbazing de grootste is geworden heeft hij een probleem.
Migratiespagaat
Laat ik me tot het buitenlandbeleid beperken (China, geopolitiek, open economie). Over die eerste twee onderwerpen heeft de PVV eigenlijk geen expliciete standpunten. Wel impliciet. Zo wil de PVV een bindend Nexit-referendum. Turkije uit de NAVO. Geen geld of materieel naar "een oorlog die de onze niet is" in Oekraïne. Herinvoering van grenscontroles. Diplomatieke betrekkingen met "sharialanden" op een laag pitje. Allemaal standpunten waar de PVV alleen in staat.
Er is eigenlijk maar één onderwerp waar een begin van overeenstemming bestaat: migratie. Partijen weten ook wel dat ze de asielinstroom nauwelijks kunnen doceren. Het gaat daarom al snel over studenten of arbeidsmigratie. VVD en NSC willen best minder buitenlandse studenten, maar benadrukken tevens het belang van internationaal wetenschappelijk talent. BBB en NSC neigen naar minder kenniswerkers en geven de voorkeur aan arbeidsmigranten in de tuinbouw en sierteelt. Bij de VVD is dat precies andersom. Of je nou "fors minder" migranten wil, of maximaal 15.000 of 50.000; je zult daarin een keuze moeten maken. Zeker als je tegelijkertijd beweert dat Nederland zijn maakindustrie moet behouden, voorop moet lopen in innovatie en strategische autonomie moet nastreven op technologisch gebied. Dan heb je niet zoveel aan aspergestekers en een lege collegezaal in Delft.
Regeerakkoord Timmermans I
Hoe zit dat met die andere variant? De VVD profileert zichzelf graag als ondernemerspartij, maar daar zie je in de buitenlandparagraaf weinig van terug. Het buitenland is voor de liberalen een bron van gevaar en migranten. VVD en BBB delen een China-kritische houding, waarbij de partij van Caroline van der Plas in terminologie en Chinafobie de liberalen rechts over de vluchtstrook inhaalt. Zo zet de BBB China en Rusland op één lijn en noemt China een "vijandelijke staat". De partij wil een verbod op de verkoop van landbouwgrond aan China; iets wat het CDA eerder ook bepleitte. Een oplossing voor een niet bestaand probleem natuurlijk, er is in Nederland nog nooit een vierkante centimeter landbouwgrond in Chinese handen gekomen. Qua China-kritiek zijn BBB en D66 inwisselbaar.
BBB deelt desondanks met GL-PvdA een betrekkelijk pragmatische houding ten aanzien van de relatie met China (en andere "ongemakkelijke vriendschappen"). Ontkoppeling is een illusie. Aan derisking zullen we de handen al meer dan vol hebben. De overheid moet eerlijk zijn over lastige afwegingen tussen koopman en dominee. Ook NSC houdt een pragmatische slag om de arm als het om mensenrechten gaat; waar mogelijk moeten die worden bevorderd. Alleen D66 is stelliger over het belang van mensenrechten.
Pro-Europese neutraliteit
GL-PvdA, NSC, D66 én de VVD zijn behoorlijk pro-EU, in die zin dat ze daarin de beste garantie zien voor bescherming tegen de gure geopolitieke buitenwereld. BBB ziet om geopolitieke overwegingen zelfs de noodzaak de EU verder uit te breiden. Allemaal willen ze aan de NAVO-norm voldoen en samenwerking van Europese strijdmachten bevorderen, al hoeft dat niet tot een Europees leger te leiden (alleen D66 wil dat). Ze streven alle vijf strategische autonomie na; minder afhankelijk van China en als het aan NSC, D66 en GL-PvdA betreft ook van de VS.
Er zijn natuurlijk ook genoeg verschillen; ook hier is migratie een punt waar de meningen uiteen lopen. Bij VVD, NSC en BBB zijn de zorgen groter dan bij GL-PvdA of D66, maar zelfs bij de socialisten staat onbegrensde arbeidsmigratie op de agenda. GL-PvdA en D66 zitten dan meer in het VVD-kamp ("geen plek voor bedrijven die alleen winstgevend kunnen zijn door arbeidsmigranten uit te buiten") dan op de lijn van NSC en BBB. GL-PvdA, en D66 zitten dichter bij elkaar als het om een innovatie- en industriepolitiek gaat, waarbij NSC en met name BBB meer op de landbouwsector als strategische sector hameren (en de VVD allebei een beetje).
Conclusie
Als het om buitenlandbeleid gaat is het de wereldvreemde opstelling van PVV die coalitievorming moeilijk denkbaar maakt. VVD, NSC en BBB delen wat China, geopolitiek en open economie betreft meer met GL-PvdA. Ook als je BBB voor D66 zou inruilen in een Kabinet Timmermans I zou dat nog in grote mate passen.
Het zou natuurlijk kunnen dat de PVV bereid is veel water bij de wijn te doen om regeringsvorming mogelijk te maken. Maar dan nog maakt de persoon van de minister-president een verschil. Die kan niet alles aan een minister van Buitenlandse Zaken overlaten. Stel je dit eens voor: de nieuwe Nederlandse premier op handelsmissie in Turkije of Indonesië, op een EU-top of met NAVO-leiders. Los van je politieke voorkeur; zie je dat eerder Wilders tot een goed einde brengen of toch Timmermans?
Gerelateerde onderwerpen:
Kieswijzer: het VVD-programma over ChinaKieswijzer: het D66-programma over China
Kieswijzer: het GL-PvdA-programma over China
Kieswijzer: het PVV-programma over China
Kieswijzer: het CDA-programma over China
Kieswijzer: het BBB-programma over China
Kieswijzer: het NSC-programma over China