Chinezen zien niets in verhoging pensioenleeftijd

China vergrijst en snel ook. Door een toegenomen levensverwachting neemt het aantal ouderen fors toe. Momenteel zijn er ongeveer 185 miljoen Chinezen ouder dan 60 jaar, ongeveer 12 procent van de bevolking. In 2050 zullen 400 miljoen Chinezen die leeftijdsgrens hebben gepasseerd; ongeveer 30 procent van de bevolking. De kosten van het staatspensioen groeien navenant.

Vandaar dat de Chinese overheid overweegt de pensioenleeftijd te verhogen. Die is nu 60 jaar voor mannen en 55 jaar voor vrouwen. Eerder deze maand presenteerde de Tsinghua-universiteit het voorstel om de pensioenleeftijd voor beide seksen in 2030 naar 65 jaar te brengen. Geen goed idee, zegt een grote meerderheid van deelnemers aan een online-onderzoek van China Youth Daily en website Sohu.

Niet te bevatten idee

Zo'n 94 procent van de respondenten is tegen verhoging van de pensioenleeftijd. En 91 procent zegt niet van plan te zijn tot zijn 65ste door te werken. Zes op de tien respondenten denkt dat het fysiek onmogelijk is om tot het 65ste levensjaar door te werken. En 30 procent vreest dat het plan ten koste gaat van jongeren op de arbeidsmarkt.

Uit de antwoorden blijkt dat sommige respondenten gewoonweg het idee van langer doorwerken niet kunnen bevatten. Zij vragen zich af waarvan ze moeten leven, als ze op hun 55ste of 60ste stoppen met werken en pas op hun 65ste pensioengerechtigd zijn.

Bescheiden pensioentje

Een pensioenleeftijd van 55 jaar voor vrouwen en 60 jaar voor mannen lijkt heel laag. Daarbij moet niet worden vergeten dat de gemiddelde levensverwachting pas de laatste jaren is gestegen tot boven de zeventig. In de jaren '70 haalden veel Chinezen hun pensioen niet eens. Bovendien is het werk in China vaak fysiek zwaar en kent het land een zesdaagse werkweek.

De staat zorgt voor een ouderdomspensioen. Dat is echter niet veel; tussen de 1.000 en 2.000 yuan per maand voor een stadsbewoner (120 à 240 euro). Voor een oudere op het platteland is dat echter nog veel minder, maandelijks ongeveer 300 yuan (36 euro). De overheid speculeert erop dat kinderen hun ouders financieel ondersteunen.

Tekort aan kinderopvang

De noodzaak om de pensioenleeftijd te verhogen is evident. Niet alleen dreigt het pensioenstelsel door de vergrijzing onbetaalbaar te worden, China heeft ook op termijn voldoende arbeidskrachten nodig om te kunnen blijven groeien. Door de eenkindpolitiek die in 1979 is ingevoerd, komen er relatief weinig jongeren op de arbeidsmarkt.

Over één probleem lees je weinig. Veel gepensioneerde opa's en oma's fungeren als oppas voor hun kleinkind, zodat vader en moeder beide kunnen werken. Als de oudste generatie langer moet doorwerken, komt er een enorme vraag naar (goedkope) kinderopvang.