'Media moeten publieke opinie beter sturen'
Chinese media moeten beter hun best doen om de publieke opinie in binnen- en buitenland te beïnvloeden. Daarvoor is een extra inspanning nodig op het internet, zegt de directeur van staatspersbureau Xinhua.
Chinese media verliezen invloed in de publieke opinie, doordat ze geen rol van betekenis spelen op het internet. Dat schrijft Li Congjun, de directeur van staatspersbureau Xinhua vandaag in een opinieartikel. "Als we nieuwe media niet effectief kunnen beheersen, zullen anderen onze positie overnemen en zal onze dominante positie in het leiden van de publieke opinie worden aangetast", aldus Li.
Volgens Li begrijpen traditionele media helemaal niets van nieuwe media en passen ze nieuwe mogelijkheden onvoldoende toe. Daardoor weten ze jonge mensen nauwelijks te bereiken. Hij wil dat kranten, tijdschriften, persbureaus en omroepen van de staat en de partij haast maken met het ontwikkelen van nieuwe toepassingen voor het internet en mobiele telefoons.
Vijandelijke krachten in het westen
In hetzelfde artikel hekelt de Xinhua-directeur het imago dat buitenlandse media van China schetsen. "De kijk op de wereld wordt gedomineerd door westerse media. China's vermogen om zijn eigen geluid te laten horen houdt geen gelijke tred met zijn internationale positie", schrijft Li.
Vijandelijke krachten in het westen kunnen het niet hebben dat het China goed gaat, daarom berichten ze alleen over etnische spanningen, portretteren ze China als een bedreiging of lanceren theorieën over een naderende ineenstorting van de economie. Li roept Chinese media daarom op deze onwaarheden te ontkrachten en China's verhaal op een positieve manier onder de aandacht te brengen.
50-cent leger
Het opiniestuk geeft goed aan hoe Chinese machthebbers media zien: als een instrument om de publieke opinie te beïnvloeden. Dat dit helemaal niet als een verborgen agenda wordt beschouwd, blijkt wel uit het feit dat Li zijn overwegingen in een opinieartikel publiceert.
Overigens is het zeker niet waar dat China onsuccesvol is in het toepassen van nieuwe media: de Chinese autoriteiten slagen er uitmuntend in om onwelgevallig buitenlandse sites te blokkeren, dankzij de effectieve Great Chinese Firewall. Binnenlands zijn duizenden censors succesvol bezig berichten en reacties op het internet te controleren en zonodig te verwijderen. En dan is er altijd nog wat Chinezen spottend het 50 cent-leger noemen. Een grote groep freelancers die voor ieder bericht dat de partijlijn volgt een halve yuan krijgen. Hun commentaren zijn vaak makkelijk te herkennen doordat ze dezelfde formuleringen gebruiken.
Wil je meer weten over de werkwijze van het 50 cent-leger, lees dan dit artikel dat Ai Weiwei schreef in de New Statesman.
Gerelateerde personen:
Ai WeiweiLi Congjun
Gerelateerde onderwerpen:
Inkijkje in China's censuurmachineVerplicht lesje ideologie voor Chinese journalisten
Goed nieuws: bloggers moeten positiever schrijven