Onderzoek: Chinezen tegen hogere pensioenleeftijd

Voor het onderzoek werden 1.062 volwassenen in elf steden ondervraagd. Daarvan is 68,8 procent tegen een verhoging van de pensioenleeftijd. Bijna driekwart is voor een flexibele pensioenleeftijd die rekening houdt met de eigen wensen en plannen van oudere werkenden.

De respondenten doen ook andere suggesties voor een beter pensioensysteem in China, zoals de mogelijkheid dat werkgever en werknemer meebetalen aan pensioenopbouw. Ook wordt geadviseerd de verschillen te verkleinen tussen de pensioenen die werknemers van de overheid en staatsbedrijven krijgen ten opzichte van werknemers in de private sector.

Vergrijzing drijft kosten pensioensysteem op

Momenteel is de pensioenleeftijd voor vrouwen 55 jaar en 60 jaar voor mannen. Door de vergrijzing lopen de kosten voor pensioenuitkeringen op. De gemiddelde levensverwachting is pas de laatste jaren is gestegen tot boven de zeventig. In de jaren '70 haalden veel Chinezen hun pensioen niet eens. Bovendien is het werk in China vaak fysiek zwaar en kent het land een zesdaagse werkweek.

De staat zorgt voor een ouderdomspensioen. Dat is echter niet veel; tussen de 1.000 en 2.000 yuan per maand voor een stadsbewoner (120 à 240 euro). Voor een oudere op het platteland is dat echter nog veel minder, maandelijks ongeveer 300 yuan (36 euro).

Eerder onderzoek: ook tegen

In september presenteerde de Tsinghua-universiteit het voorstel om de pensioenleeftijd voor beide seksen in 2030 naar 65 jaar te brengen. Geen goed idee, bleek uit een online-onderzoek van China Youth Daily en website Sohu. Toen gaf 94 procent van de respondenten aan tegen een verhoging van de pensioenleeftijd te zijn.