Zorgen China en VS over cyberaanvallen
Hoge Chinese militairen hebben in Beijing gesproken met de Amerikaanse legerleider Martin Dempsey. Cyberaanvallen van staten waren een belangrijk gespreksonderwerp, maar beide landen ontkennen dat hun land zich daaraan schuldig maakt.
Het was een beleefdheidsbezoek, maar er werden natuurlijk wel belangrijke zaken besproken tussen de hoogste Amerikaanse en hoogste Chinese militair, Fang Fenghui. Dat het daarbij allang niet meer over dreiging ter land ter zee en in de lucht gaat, bleek wel uit de persconferentie die Fang na zijn ontmoeting gaf. Daar ging het vooral over cyberaanvallen.
De VS en China beschuldigen elkaar over en weer van pogingen via het internet informatie te garen of elkaar te dwarsbomen. Het gaat om militaire informatie, economische spionage, maar ook electronisch inlichtingenwerk met een politiek doel. Zo kregen diverse Amerikaanse media de afgelopen maanden te maken met hackers, waarvan wordt verondersteld dat ze op zoek waren naar de namen van Chinese contacten van journalisten.
Zo gevaarlijk als een atoombom
Volgens Fang doet zijn land niet aan cyberaanvallen, noch worden groepen hackers door de overheid of het leger gestimuleerd dat te doen. "Als de veiligheid op het internet niet gegarandeerd kan worden, kunnen de gevolgen net zo groot zijn als van een atoombom", zei Fang.
Hij benadrukte dat moeilijk te achterhalen is wie er achter de aanvallen zit. Ook zei hij dat China zelf regelmatig slachtoffer is van hackpogingen. Hij riep de VS op samen cybercrime en -spionage aan te pakken.
Statelijke betrokkenheid
Toevallig waarschuwt de Nederlandse inlichtingendienst AIVD deze week voor cyberaanvallen. De dienst zegt aanwijzingen te hebben voor 'statelijke betrokkenheid'. De AIVD noemt in zijn verslag China, Rusland en Iran als landen van herkomst van spionagepogingen via het internet.