Japans schip vrij na betaling van 78 jaar oude schuld
De Japanse rederij Mitsui OSK betaalt miljoenen schadevergoeding vanwege een schuld uit 1936. Daarmee koopt het zijn schip vrij dat sinds zaterdag in China aan de ketting lag.
Mitsui OSK betaalt 2,9 miljard yen (20 miljoen euro) aan nabestaanden van de eigenaar van de Chung Wei Stoommaatschappij. Bovendien heeft het bedrijf 2,4 miljoen yuan (290.000 euro) leges aan de rechtbank in Shanghai overgemaakt.
Sinds zaterdag 19 april lag de Baosteel Emotion in de Chinese haven Majishan aan de ketting. Direct nadat het geld was overgemaakt, werd het beslag opgeheven. Het 320 meter lange schip heeft donderdag de haven verlaten.
Schepen in oorlog verloren
De zaak gaat terug tot 1936. In dat jaar chartert een rechtsvoorganger van Mitsui OSK, Daido Kaiun, twee Chinese schepen. In 1937, als de tweede wereldoorlog uitbreekt, vordert de Japanse marine de Shun Feng en de Xin Tai Ping van Daido. Beide schepen gaan tijdens de oorlog op zee verloren.
In 1964 en 1970 proberen nabestaanden van de eigenaren schadevergoeding te krijgen voor het verlies van de schepen. De Japanse rechters wijzen de claims echter af. In 1988 wordt de zaak aan een rechtbank in Shanghai voorgelegd. Die bepaalt in 2007 dat Mitsui OSK de schade moet compenseren. Het vonnis wordt in 2012 onherroepelijk nadat het hoger beroep van de reder wordt afgewezen. Als de Japanse rederij in gebreke blijft, wordt afgelopen weekend een van haar schepen in China aan de ketting gelegd.
Precedent
De Japanse regering heeft fel geprotesteerd tegen het beslag op de Baosteel Emotion. Volgens Tokio heeft China in 1972 afgezien van Japanse herstelbetalingen en kan het nu niet plotseling alsnog compensatie eisen. Beijing stelt zich op het standpunt dat het hier een civiele zaak betreft, waar overheden buiten staan.
Het is voor het eerst dat een Japans bedrijf tot compensatie wordt gedwongen voor schade die tijdens de oorlog is ontstaan. Deskundigen denken echter niet dat dit precedent tot een golf aan schadevergoedingszaken zal leiden. Bewijsvoering is zoveel jaren na dato vaak moeilijk.
Anti-Japanse sentimenten
De Chinese overheid zal dat ook zeker niet aanmoedigen. De handelsbetrekkingen tussen de twee grootste economieën in Azië lopen ernstig gevaar als er continu beslag wordt gelegd op Japanse bezittingen in China.
Wel wakkert de constante retoriek van de Chinese overheid, waarbij met enige regelmaat naar het oorlogsverleden wordt verwezen, anti-Japanse gevoelens onder de bevolking aan. Het brengt individuen op het idee alsnog compensatie te eisen voor schade die tijdens de oorlog is ontstaan. Op 26 februari accepteerde de rechtbank in Beijing een claim van 37 voormalige Chinese dwangarbeiders tegen Mitsubishi Materials Corporation en Nippon Coke & Engineering Company. Ze eisen een miljoen yuan (120.000 euro) schadevergoeding per persoon en een openbaar excuus van beide bedrijven dat in kranten in China en Japan moet worden gepubliceerd.
Gerelateerde onderwerpen:
Dwangarbeiders WO II eisen schadevergoeding JapanAbe voorlopig niet welkom in China
Japan oefent met de VS het heroveren van eilanden