Vijf vragen over China en Taiwan
Dinsdagmiddag had de Taiwanese minister voor het vasteland, Wang Yu-chi een ontmoeting met Zhang Zhijun, de Chinese vice-minister van buitenlandse zaken en verantwoordelijk voor Taiwanese zaken. Alles wat je moet weten over een historische ontmoeting tussen twee landen, die eigenlijk één land vormen.
Een historische ontmoeting, het zal wel weer…
De besprekingen tussen Wang en Zhang zijn het resultaat van een geleidelijk proces dat al jarenlang aan de gang is. En er is inhoudelijk weinig over te melden, anders dan dat beiden zeggen de onderlinge betrekkingen te willen verbeteren. Het enige concrete resultaat is eigenlijk dat beide regeringen een vertegenwoordiging in elkaars hoofdstad gaan openen.
Toch is het bijzonder dat de twee elkaar hebben ontmoet. Ook al duurde het gesprek maar twee uur, het is voor het eerst sinds 1949 dat regeringsvertegenwoordigers van China en Taiwan elkaar officieel treffen. Je mag het gerust een mijlpaal noemen.
Taiwan, Taiwan… Hoe zat het ook alweer?
Taiwan bestaat uit een hoofdeiland en enkele kleine eilandjes 180 kilometer voor de kust van het Chinese vasteland. Het is qua oppervlakte iets kleiner dan Nederland, maar er wonen wel iets meer mensen: 23 miljoen. Het behoort net niet tot de twintig grootste economieën ter wereld.
Hoe kan het dat twee buurlanden 65 jaar geen contact hebben gehad?
In 1911 kwam er een einde aan het Keizerrijk en werd China een republiek. Kwomintang-leider Sun Yat-sen werd de eerste president; hij was gematigd socialistisch en werkte op aandringen van de Russen samen met de communisten. In 1925 overleed hij en werd opgevolgd door Tsjang Kai-sjek .
Die was communisten minder goed gezind. Hij ontketende een heksenjacht, die uitmondde in een bloedige burgeroorlog tussen de communisten en de nationalistische Kwomintang.
De Tweede Wereldoorlog kwam ertussen en de communisten en nationalisten namen samen de wapens op tegen de Japanse bezetter. Maar nadat Japan was verslagen ging de strijd weer verder.
Uiteindelijk wonnen in 1949 de communisten. Tsjang Kai-sjek en zo’n twee miljoen aanhangers die op het vasteland hun leven niet meer zeker waren vluchtten naar Taiwan en vestigden daar de Republiek China met als hoofdstad Taipei. De communisten riepen de Volksrepubliek uit met als hoofdstad Beijing.
Het probleem is dit: beide landen erkennen elkaar niet. De Volksrepubliek China ziet Taiwan als afvallige provincie die weer met het moederland moet worden verenigd. Terwijl de Republiek China zichzelf als het rechtmatig bestuur van heel China beschouwt. Zij zien het vasteland als een door opstandige communisten bezet gebied dat weer onder het bestuur van nationalistisch China moet worden gebracht.
Als ze allebei hereniging willen, wat is dan het probleem?
Ten eerste zijn de communisten en nationalisten dus aartsvijanden. Onder Mao, die de burgeroorlog aan den lijve had meegemaakt, was het onbespreekbaar dat toenadering tot Taiwan werd gezocht. Het was dat China de militaire kracht miste om het door de VS gesteunde Taiwan te onderwerpen, want anders…
Hoe gevoelig de hele kwestie nog steeds is, bleek wel rond het bezoek van Wang. Omdat China Taiwan niet als land, maar als opstandige provincie beschouwt, wilden de Chinezen Wang niet als andere buitenlandse gasten ontvangen. Dus geen rode loper en officiële ontvangst op het vliegveld. Wel werd afgesproken dat Wang niet in de rij hoefde te staan voor de paspoortcontrole en zijn auto kreeg een politie-escorte. Verwijzingen naar nationale symbolen waren uit den boze. De vlaggetjes van beide landen ontbraken op tafel.
Ten tweede is er nogal wat gebeurd in Taiwan sinds 1949. Het land heeft economisch een enorme ontwikkeling meegemaakt. Het is betrekkelijk welvarend. Maar de mensen kennen er ook veel vrijheid. Taiwan heeft zich ontwikkeld tot een parlementaire democratie met alle burgerrechten die daarbij horen. Hoe aantrekkelijk het economisch ook is om de banden met China aan te halen, de inwoners zullen niet accepteren dat ze zich zomaar bij de Volksrepubliek aansluiten.
Dus wij gaan hereniging niet meer meemaken?
Ho, ho, ho. Niet zo snel. Eigenlijk zijn Taiwan en China pas vijf jaar bezig om de betrekkingen te normaliseren. Ma Ying-jeou, die in 2008 tot president werd gekozen, nam in Beijing de angst weg dat Taiwan zich onafhankelijk zou verklaren. Hij koos een pragmatische koers ten opzichte van China. Er kwamen rechtstreekse vliegverbindingen en voor het eerst kon vracht rechtstreeks tussen China en Taiwan worden verscheept zonder eerst een vreemde haven aan te doen. In 2010 werd een belangrijke stap genomen toen een handelsakkoord werd gesloten. Sindsdien is de handel tussen beide landen opgebloeid en investeren bedrijven in elkaars economie. Denk aan Foxconn, de Taiwanese multinational die lekker goedkoop electronische hebbedingetjes voor Apple, Sony en Samsung in China laat maken.
President Xi Jinping verraste vriend en vijand in oktober 2013 met de opmerking dat hij vaart wil maken met het verbeteren van de betrekkingen met Taiwan. "Politieke geschillen tussen het Chinese vasteland en Taiwan kunnen geleidelijk helemaal worden opgelost. We kunnen deze kwestie niet van generatie op generatie doorgeven", zei Xi toen.
Taiwan zal zich niet met huid en haar willen uitleveren. Maar denkbaar is dat China bereid zal zijn te accepteren dat Taiwan bepaalde democratische verworvenheden kan behouden, net zoals dat in 1997 met Hong Kong is gebeurd. Een land, drie systemen!
In ieder geval willen beide landen streven naar nauwere economische banden. Zoals een Amerikaanse generaal onlangs zei: we hoeven niet bang te zijn dat de Volksrepubliek zal proberen Taiwan langs militaire weg te onderwerpen. Ze hebben genoeg geld om het te kopen.
Gerelateerde onderwerpen:
China en Taiwan halen voorzichtig banden aanNa 65 jaar officiƫle gesprekken Taiwan en China