Het grote verhaal in China: lagere groei (III)
Een lager groeitempo is het nieuwe normaal voor de Chinese economie. Maar verschillende economen waarschuwen voor een economische crisis in de Volksrepubliek.
Hoe zat het ook alweer?
Sinds het begin van de opendeurpolitiek in 1979 groeit de Chinese economie als kool. Groeicijfers van meer dan 10 procent waren heel gebruikelijk en zelfs na het begin van de economische crisis in 2009 bleef de groei nog drie jaar rond de 10 procent.
Maar die eenzijdige focus op groei bleef niet zonder bijeffecten; denk alleen maar aan de gigantische milieuvervuiling. Bovendien wil China dat zijn burgers van de economische groei profiteren en daarom stegen de lonen, ook al ging dat ten koste van de internationale concurrentiepositie.
Daarom is al enige tijd geleden besloten het roer om te gooien. China moet minder afhankelijk worden van de export van goedkope producten en binnenlandse investeringen in infrastructuur om die groei aan te jagen. Export van hightech-producten, binnenlandse consumptie, de dienstensector en de instroom van buitenlands kapitaal moeten daarvoor in de plaats komen.
Dat alles met een lager groeitempo van rond de zeven procent, wat de Chinese planners het 'nieuwe normaal' noemen.
Hoe staat de Chinese economie er nu voor?
Het is zeker niet zo dat het slecht gaat, maar er gaan hier en daar wel wat alarmbellen af. Zo vallen de handelscijfers tegen. Het economisch herstel in China's belangrijkste afzetmarkt, de Europese Unie, gaat veel trager dan verwacht en dat voelen Chinese exporteurs.
De binnenlandse consumptie ontwikkelt zich ook aarzelend, vooral omdat veel Chinezen blijven sparen voor magere jaren, in plaats van hun yuans te laten rollen.
Het lijkt erop dat de Chinese economie zijn groeidoelstelling voor dit jaar van 7,5 procent niet gaat halen. Dat zou voor het eerst zijn dat de werkelijke groei achterblijft bij wat de planners hadden berekend.
Een veeg teken is dat de handelscijfers over 2014 waarschijnlijk behoorlijk tegenvallen. Volgens Reuters laat de Chinese buitenlandse handel dit jaar een teleurstellend groeicijfer van slechts 3,5 procent zien. Het persbureau baseert zich op een rapport dat zaterdag op de website van het ministerie van handel werd gepubliceerd, vervolgens werd verwijderd en toen weer online verscheen zonder dit percentage.
Twee kanttekeningen: een groeitempo van rond de 7 procent is voor Chinese begrippen misschien bescheiden, maar nog altijd om te watertanden vergeleken bij de groei in veel andere landen in de wereld. En de dienstensector groeit juist weer wel veel sneller dan verwacht.
Er was toch ook iets met schulden en onroerend goed?
Economen spreken over twee tikkende tijdbommen. De Chinese overheid probeert ze behoedzaam te demonteren. Vorig jaar bedroeg de totale schuld van de Chinese overheid 30.300 miljard yuan (3.636 miljard euro). Dat is 58 procent van het bruto nationaal product. Daarmee is de schuld zeker niet laag, maar procentueel kleiner dan die van veel andere landen. De staatsschuld van Nederland is bijvoorbeeld hoger dan 60 procent van het BNP. Sindsdien is het lenen van geld door (lagere) overheden aan banden gelegd.
Het aantal bedrijven dat niet aan zijn verplichtingen kan voldoen stijgt als gevolg van tegenvallende economische groei. Volgens de Chinese toezichthouder op het bankwezen bedroeg de waarde van het aantal bad loans halverwege dit jaar 646 miljard yuan (77,5 miljard euro). De toezichthouder wees er op dat het aandeel bad loans goed is voor slechts 1,04 procent van het totale bedrag dat Chinese banken hebben uitgeleend. Bovendien moeten de banken een flinke stroppenpot achter de hand houden. Die bedraagt momenteel 1,8 biljoen yuan, bijna drie keer zoveel als de leningen die nu in de gevarenzone staan.
Het afgelopen jaar zijn er naar schatting 10 procent minder nieuwe huizen verkocht. Daardoor dalen de prijzen. In 67 van de 70 grootste Chinese steden is de huizenprijs voor het eerst in jaren gedaald. Allerlei maatregelen die de afgelopen jaren zijn ingevoerd om de snelle prijsstijging af te remmen, zijn afgelopen jaar weer afgeschaft. Eerst was oververhitting van de onroerend-goedmarkt het probleem, nu proberen beleidsmakers de afkoeling te remmen.
In het zwartste scenario komt alles samen: als de Chinese economie nog verder stagneert, werken de schuldenlast en de onroerengoedzeepbel als multipliers waardoor China in een diepe crisis komt. Economen noemen dat een harde landing. Dat heeft gevolgen voor landen die veel naar China exporteren, zoals Duitsland en Australië. Dat treft weer de Chinese export. Een crisis in China zou dan een mondiale economische crisis van ongekende omvang veroorzaken.
En hoe gaat het nu verder?
We zullen voor 2015 een nieuwe groeidoelstelling zien van rond de 7 procent. Maar de planners zullen alle zeilen moeten bijzetten om dat te halen.
Het ligt voor de hand dat de overheid stimuleringsmaatregelen neemt om de economie een zetje te geven. Een voorbode zagen we al in de afgelopen weken: een iets lagere rente om investeringen mogelijk te maken, kredieten voor Chinese bedrijven die naar het buitenland willen uitvliegen en plannen voor de aanleg van nieuwe infrastructuurprojecten.
De rest van de wereld gaat daar zeker wat van merken: lagere prijzen voor veel Chinese producten, zeker van sectoren met overcapaciteit. Chinese bedrijven gaan concurreren met westerse bedrijven in sectoren waar ze niet eerder actief waren. En steeds meer Chinese bedrijven zullen overnames doen in andere landen, ook Europa.
China is een koers ingeslagen waar geen weg terug mogelijk is. Verdere stagnatie leidt tot binnenlandse instabiliteit en vormt de bijl aan de wortel van de eenpartijstaat. Alleen daarom al zal de Chinese overheid er alles aan doen om de komende jaren een solide groei te realiseren.
Het goede nieuws is: dankzij een jarenlang handelsoverschot klotst het geld momenteel in China tegen de plinten. Er is genoeg cash voor stimuleringsmaatregelen én een stroppenpot. Een zachte landing is daarmee waarschijnlijk.
Dit is het derde deel van vier achtergrondartikelen over verhalen die in 2014 het nieuws over China bepaalden. Maandag verscheen deel 1 over de Paraplu-opstand in Hong Kong. Dinsdag deel 2 over de anti-corruptiecampagne van president Xi Jinping. Donderdag volgt deel 4: onrust in de Oost- en Zuidchinese Zee.
Gerelateerde onderwerpen:
Vijf vragen over onverwachte rentedaling ChinaVoor het eerst daling huizenprijzen Beijing
Xi vindt risico's Chinese economie 'niet zo heel eng'